Naar aanleiding van het voornemen van de Ontwikkelingsmaatschappij Koningshof om woningbouw te plegen op drie terreinen in de plaats Gendt, gemeente Lingewaard, is door het Centraal Bodemkundig Bureau (CBB) uit Deventer een milieu-onderzoek uitgevoerd door middel van grondboringen op de terreinen. Het CBB heeft aan het Archaeological Research & Consultancy (ARC bv) opdracht gegeven tot archeologische begeleiding van dit booronderzoek. Daartoe zijn een aantal van de boringen archeologisch onderzocht en gewaardeerd. De werkzaamheden vonden plaats op 10 en 11 januari 2005 en de archeologische waardering is uitgevoerd door dr. H. Buitenhuis.Conclusie en aanbeveling:Het noordelijk terrein is gelegen op een zandrug.Ten zuiden van deze rug ligt een lager gelegen terrein, een komgrond, bestaande uit zware tot licht zandige klei. In de late fase van deze opvulling heeft zich met de klei steeds meer zand afgezet. Dit wijst op een steeds hoger energetisch overspoelingspatroon van de rivier deWaal. Op een diepte van 0,80 tot 1,00 m beneden maaiveld bevindt zich een zeer zandige laag, die ge¨ınterpreteerd kan worden als een crevasse-afzetting. In deze crevasse-afzetting is een varkenskies gevonden. De terreinen van hoge archeologische waarde ten oosten van de onderzochte tereinen zouden ook op deze afzetting kunnen liggen. Als de crevasse-afzetting ontstaan is nadat de oeverwal is gevormd zijn alleen archeologische overblijfselen uit de Late IJzertijd en later te verwachten.Alleen in boorpunt 8 zijn archeologische resten gevonden. Dit boorpunt ligt zeer dicht bij het terrein met AMK-nr. 3876 waar ook andere archeologische overblijfselen zijn gevonden. Dit kan betekenen dat een deel van het oostelijk terrein nog tot de ‘oude woongrond’ behoort. Dierlijke resten zijn echter niet echt plaatsbepalend aangezien zij vaak aan de rand van een nederzetting worden weggeworpen. Het is dus ook mogelijk dat dit deel van het terrein buiten de oude nederzetting heeft gelegen. In de andere boringen op dit terrein en op de andere onderzochte terreinen zijn geen verdere archeologische indicatoren aangetroffen ouder dan de Nieuwe Tijd.Het verdient aanbeveling het oostelijk terrein verder te onderzoeken. De wijze van onderzoek is afhankelijk van de ontwikkelingen ter plaatse.
Date: 2005