ADC ArcheoProjecten heeft meervoudige projecten uitgevoerd voor het plangebied N322 en sportcomplex Middelsteeg. In kader van de aan te leggen op- en afritten van de N322 en het te ontwikkelen sportcomplex is een plangebied van 46,5 ha archeologisch verkend. In totaal zijn drie archeologische vindplaatsen gevonden tijdens het booronderzoek. Er werden rondom een rivierduin, in de top en langs de stroomgordel, indicatoren gevonden voor twee terreinen met een hoge archeologische verwachting.Een deel van het booronderzoek werd in een later stadium gerealiseerd en leverde nog een terrein met hoge archeologische waarde op. In de periode van 6 mei 2014 tot 22 april 2015 zijn er zes verschillende gravende vooronderzoeken uitgevoerd. In totaal zijn er 72 werkputten en proefsleuven aangelegd met een oppervlakte van ca. 10.000 m2.Aan de hand van de opgravinggegevens van het IVO-P heeft ADC ArcheoProjecten een voorlopig advies uitgebracht richting gemeente over omvang met behoudenswaardige archeologische resten.Dit advies heeft de gemeente ter harte genomen en na afronding van het vooronderzoek vond er een doorstart naar een gedeeltelijke opgraving van vindplaats 2 en 3 plaats. Aan dit onderzoek lagen aanvullende PvE’s ten grondslag. In totaal is er op deze wijze een aanvullend oppervlak van 2300 m2 voor vindplaats 2, en 600 m2 voor vindplaats 3 onderzocht.De meeste informatie werd derhalve verzameld op vindplaats 2 en 3. Op beide vindplaatsen is vermoedelijk een nederzettingsterrein uit de Bronstijd en IJzertijd (2000 – 800 v. Chr. en 800 – 12 v. Chr.) aangesneden. Vindplaats 2 en 3 bevatten beide een cluster aan sporen die gezien kan worden als de periferie van een nederzettingsterrein.Vindplaats 2 ligt aan de zuidoostkant van het plangebied N322. De vindplaats bevatte een nederzettingsterrein met sporen bestaande uit stakenrijen, paalsporen van spiekers, een waterput en veel losse paalsporen en kuilen. Het ontbreken van huisplattegronden doet vermoeden dat dit gebied zich in de periferie van een nederzettingsterrein bevindt. De weinige scherven die aangetroffen zijn op de vindplaats laten zien dat het terrein in de periode Vroege en Midden- Bronstijd (2000-1100 v. Chr.) en IJzertijd (800 – 12 v. Chr.) in gebruik is geweest.Vindplaats 3 bevind zich aan de westkant van het plangebied. Ook op deze vindplaats werd de periferie van een nederzettingsterrein aangetroffen. De vindplaats bevatte een compact sporencluster bestaande uit kuilen en paalkuilen, met een omvang van 30 x 20 m en werd begrensd door diverse stakenrijen. In totaal zijn drie structuren gevonden; die als bijgebouw zijn geïnterpreteerd. Op basis van de vondsten is dit gebied in de Vroege en Midden-Bronstijd (2000- 1100 v. Chr.) en in de IJzertijd (800 – 12 v. Chr.) in gebruik geweest.Vindplaats 1 bevond zich aan de oostkant van het onderzoeksgebied. Hier is in een vegetatielaag in de zuidelijke 10 m van de proefsleuf een aantal scherven uit de IJzertijd (800-12 v. Chr.) aangetroffen. Hierdoor is er een begeleidend onderzoek gestart waarbij over een afstand van 50 meter dezelfde vegetatielaag werd opgetekend. Sporen of vondsten ontbraken echter. Hierdoor is de aard en datering van vindplaats 1 onbekend gebleven.