Tijdens het proefsleuvenonderzoek zijn vijf proefsleuven aangelegd met een totaaloppervlak van circa
500 m2
. In de werkputten zijn onder andere rivierduinafzettingen aangetroffen met daarop een
vaaggrond. In geen van de werkputten zijn restgeulafzettingen aangetroffen. Het vlak van de eerste
vier werkputten is in de top van de C-horizont van de rivierduinafzettingen aangelegd. In werkput 5
waren deze rivierduinafzettingen afwezig en is het vlak aangelegd op terrasafzettingen die gerekend
worden tot Terras X. In alle werkputten zijn nauwelijks sporen en vondstmateriaal aangetroffen. De
sporen betreffen een paalspoor, een greppel en een rondvormige palenrij die vanaf de bouwvoor zijn
ingegraven. Het weinige vondstmateriaal en de bijbehorende context dateren deze sporen in de 20e
eeuw.
In het geval van rivierduinafzettingen was er volgens het vooronderzoek sprake van een hoge
verwachting voor het aantreffen van archeologische resten van het Mesolithicum tot en met de
Nieuwe Tijd. Hoewel deze intacte rivierduinafzettingen zijn aangetroffen tijdens het
proefsleuvenonderzoek, zijn op deze afzettingen nauwelijks resten aangetroffen van menselijke
activiteit, en is de verwachting aldus uitgebleven.