Antea Group heeft in september 2021 een inventariserend.
veldonderzoek d.m.v. boringen (karterende fase) uitgevoerd naar aanleiding van de
voorgenomen aanleg van nieuwe laagspanningskabels ten behoeve van het verhelpen van spanningsklachten aan de Esakkers in Vries (gemeente Tynaarlo).
In een eerder stadium van dit onderzoek is reeds een PvE met geïntegreerd bureauonderzoek opgesteld. Het bureauonderzoek is onderstaand integraal overgenomen in de onderhavige rapportage.
Conclusies bureauonderzoek.
Circa 180 m van het totale plangebied wordt aangelegd in open ontgraving. Het betreft een zandpad tussen de Esakkers en de Eswal. Het gebied is conform het vigerende bestemmingsplan vergunningsplichtig. Het plangebied is gelegen in de bufferzone behorende bij een laagte/depressie zonder randwal. Mogelijk bevindt de locatie zich echter nog net op de rand van de laagte. Laagtes met een randwal kunnen bijvoorbeeld zijn ontstaan als pingoruïne, uitblazingskom of kwelkrater. Laagtes zonder randwal kunnen zijn ontstaan door een afgedreven ijsblok dat onder zijn gewicht en na het afsmelten een depressie heeft gevormd (doodijsgaten). Daarnaast komen gegraven dobbes en natuurlijke vennetjes voor in veengebieden. Voor de laagtes met en zonder randwal geldt een hoge archeologische verwachting. Naar aanleiding van de resultaten uit het geïntegreerde bureauonderzoek is voor deze zone een archeologische begeleiding geadviseerd, met een voorafgaand booronderzoek (fase 1). Op deze manier kan de bodemopbouw worden bepaald en kunnen eventuele kansrijke(re) zones worden opgespoord voorafgaand aan de begeleiding.
Conclusies veldonderzoek.
De bodem bestaat over het algemeen in de basis uit een pakket keileem met keizand, met hier bovenop een laag(je) dekzand. Het dekzand wordt afgedekt met een laag opgebrachte grond of is reeds vanaf het maaiveld als omgewerkte laag aanwezig. In het dekzand heeft zich een bodem ontwikkeld, maar deze is nergens meer volledig intact. De mate van verstoring verschilt echter binnen het plangebied. Binnen het plangebied zijn geen intacte vindplaatsen of resten van een randwal behorende bij een pingoruïne aangetroffen. Wel is de kans groot dat er een vindplaats uit de steentijd binnen het plangebied aanwezig is geweest, c.q. in de omgeving van het plangebied gelegen is/was. In boringen 11 en 15 zijn vuurstenen artefacten aangetroffen in een verstoorde laag/context. Op de locaties waar de bodem nog het meest intact is gebleken (boringen 05, 07, 08 en 10) is echter geen vuursteen of andere aanwijzingen voor de aanwezigheid van een vindplaats alhier aangetroffen. Daarnaast zullen de feitelijke civieltechnische werkzaamheden in de noordkant van de weg / de noordelijke bermsituatie plaatsvinden. Op deze locatie zijn reeds bestaande kabels/leidingen in de ondergrond aanwezig, waardoor de kans op het aantreffen van intacte vindplaatsen (uit de steentijd) extreem klein is. Tevens dient te worden opgemerkt dat ten hoogte van het plangebied reeds op het historische kaartmateriaal een weg aanwezig is. Het valt daarom ook niet uit te sluiten dat het verstoorde zand (plaatselijk) van elders afkomstig is om bijvoorbeeld kuilen in de weg op te vullen. Aanbevolen wordt om het plangebied extensief te begeleiden en fase 2 en 3 (zoals verwoord in het PvE) over te slaan. Gezien de aanwezige kabels/leidingen in de ondergrond wordt de kans op het aantreffen van intacte/behoudenswaardige vindplaats (binnen het plangebied) als zeer laag ingeschat. De aangetroffen vondsten uit verstoorde bodems in combinatie met een (deels) intacte podzolbodems in andere boringen laten echter wel doorschemeren dat het omringende gebied in de prehistorische bewoond of bewoonbaar was. Ook (nu verdwenen) funeraire elementen, zoals grafheuvels, kunnen in dit gebied hebben gelegen. De archeologische begeleiding heeft dan ook als voornaamste doel om eventueel in de verstoorde bodem aanwezige (toevals)vondsten (i.e. ex situ vondstmateriaal) te waarborgen. De kans hierop is echter klein en om die reden stellen wij voor deze archeologische begeleiding in een extensieve vorm te laten plaatsvinden, en met die strategie af te wijken van het bestaande PVE.
Revisiebeheer.
De huidige revisie is de definitieve versie van dit rapport en is goedgekeurd door opdrachtgever en door de bevoegde overheid, in deze de gemeentelijke archeoloog.
Antea Group Archeologie 2021/199
ISSN: 1570-6273
Projectnummer: 471797
BO& IVO-O
BRL 4000, protocol 4002 en 4003