Plangebied Woudseweg 170 te Schipluiden, gemeente Midden-Delfland

DOI

In opdracht van Zwirs Horti Projects heeft RAAP in januari 2024 een archeologisch vooronderzoek in de vorm van een bureauonderzoek uitgevoerd voor het plangebied Woudseweg 170 te Schipluiden in de gemeente Midden-Delfland. Het onderzoek vond plaats in het kader van een omgevingsvergunning.

Op grond van de onderzoeksresultaten en onder verwijzing naar de doelstellingen, kunnen de volgende uitspraken worden gedaan: • Vanaf 22 m -mv (23,1 m -NAP) geldt een niet nader gespecificeerde archeologische verwachting voor de aanwezigheid van resten van tijdelijke kampementen van jagers-verzamelaars uit de steentijd. • In de top van het Laagcomplex van Delfland/Laagpakket van Wormer kunnen vanaf circa 2,5 m -mv (rond 3,5 tot 4,5 m -NAP) resten van bewoning uit het neolithicum t/m de midden bronstijd worden aangetroffen. • In de top van het Hollandveen (verwacht vanaf 2 m -mv / 3,0 tot 4,25 m -NAP) kunnen mogelijk resten van bewoning uit de bronstijd en ijzertijd worden verwacht. Dit is afhankelijk van de vraag of dit veen in het verleden veraard is geweest. • In de top van de Gantellaag, die vanaf een meter onder maaiveld aangetroffen kan worden (2,0 tot 3,0 m -NAP) en die wordt afgedekt door een vroegmiddeleeuwse restveenlaag, kunnen resten van bewoning uit de ijzertijd en Romeinse tijd worden verwacht. • Vanaf maaiveld, dan wel direct onder de bouwvoor, geldt een verwachting voor de aanwezigheid van resten van bewoning en bebouwing uit de late middeleeuwen en de nieuwe tijd. Dit niveau wordt wel door de geplande gegraven ingrepen geraakt. • Het maaiveld en het verwachte niveau van de Gantellaag worden geraakt door de geplande gegraven ingrepen (1,22 m onder peil). Alle andere niveaus worden ook door de funderingspalen geraakt. • Er zijn geen aanwijzingen dat zich in het plangebied resten zouden kunnen bevinden van de inrichting van het landschap voor militaire doeleinden uit de Tweede Wereldoorlog.

Op basis van de resultaten van het onderzoek blijkt dat in het plangebied (mogelijk) archeologische resten bedreigd worden door de voorgenomen bodemingrepen. Om de gespecificeerde verwachting aan te vullen, te toetsen en te verfijnen wordt een vervolgonderzoek geadviseerd in de vorm van een inventariserend veldonderzoek door middel van een verkennend booronderzoek. Een dergelijk vervolgonderzoek heeft tot doel de opbouw van de ondergrond, de bodemopbouw en/of bodemverstoringen gedetailleerd in kaart te brengen. Aan de hand daarvan kan de in dit bureauonderzoek opgestelde archeologische verwachting worden getoetst en kunnen concrete gegevens worden verzameld over gaafheid en diepteligging van de verwachte archeologische resten.

Geadviseerd wordt dit onderzoek tot iets onder het niveau van de geplande gegraven ingrepen uit te laten voeren, pakweg tot 2 m -mv. De verstoring als gevolg van de funderingspalen is zodanig klein (1,4% van het totale oppervlak) dat verder onderzoek op een dieper niveau niet zinnig wordt geacht.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/AR/LIS1DI
Metadata Access https://archaeology.datastations.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=doi:10.17026/AR/LIS1DI
Provenance
Creator R.A.C Kroes
Publisher DANS Data Station Archaeology
Contributor Hemminga, M.; Kroes, R.A.C
Publication Year 2024
Rights CC-BY-4.0; info:eu-repo/semantics/openAccess; http://creativecommons.org/licenses/by/4.0
OpenAccess true
Contact Hemminga, M. (RAAP Archeologisch Adviesbureau BV.)
Representation
Resource Type Dataset
Format application/pdf
Size 4493553
Version 1.0
Discipline Humanities