Concluderend kan worden gesteld dat binnen het plangebied aan de Talingweg bij de Albert Heijn geen resten van bewoning uit de Late Bronstijd en/of Vroege IJzertijd aanwezig zijn die verband houden met de bewoning die is aangetoond aan de Oude Beekbergerweg. De aangetroffen sporen kunnen niet worden gedateerd, aangezien er geen daterende vondsten zijn aangetroffen. Bovendien liggen zij zo verspreid dat er geen sprake is van overtuigende bewoningsresten.De onderzoeksvragen die in het Programma van Eisen zijn gesteld, kunnen nu als volgt worden beantwoord:1. Zijn er archeologische waarden aanwezig? Er zijn archeologische waarden aanwezig. Deze resten zijn echter zeer minimaal en liggen zeer verspreid binnen het plangebied.Zo ja: 2. Wat is in dat geval de aard en datering van de waarden? Indien er sporen worden aangetroffen, hoe moeten die geduid worden? Maken ze deel uit van een structuur? Over de datering van de waarden kan geen uitspraak worden gedaan aangezien er geen daterende vondsten zijn aangetroffen. De aangetroffen grondsporen zijn mogelijk paalsporen of kleine kuilen met onduidelijke functie. Gezien de geringe breedte van de rioolsleuf kan niet worden gezegd of de sporen deel uitmaken van een structuur.3. Hoe ziet de bodemopbouw eruit? Hoe dik is de Enk? Er was geen sprake meer van een esdek, hoewel mogelijk een laatste restje van de onderkant nog bewaard is gebleven. De donkere bovengrond was een donker zandig pakket van ca. 50 cm dikte, voornamelijk bestaande uit ophoging met veel grind, welke deels verstoord was door de aanwezigheid van de voormalige bossage op deze plek. Direct onder het donkere ophogingspakket kwam de schone ondergrond aan het licht. Deze bestond uit schoon geel zand met vele grindvlekken/-kuilen. De grindkuilen hadden een schone vulling van slecht gesorteerde grindlagen.4. In welke relatie staan de aangetroffen waarden tot die van de nabij gelegen nederzetting (Nuon- locatie)? Het is mogelijk dat de aangetroffen waarden samenhangen met de bewoning die is aangetroffen op de NUON-locatie. Dit valt echter niet met zekerheid te zeggen. Het is ook mogelijk dat de aangetroffen sporen van recenter datum zijn. Duidelijk is wel dat het oudere sporen betreft, aangezien zij onder het esdek lagen. De resten zijn dus in ieder geval ouder dan de Late Middeleeuwen. Aanbevelingen Op basis van de resultaten van het archeologisch onderzoek adviseert ADC ArcheoProjecten de bevoegde overheid het gebied vrij te geven voor verdere ontwikkeling. De sporen die zijn aangetroffen zijn dermate slecht bewaard gebleven dat het weinig zinvol is deze te behouden.
