Uit het veldonderzoek blijkt dat twee van de zeven boringen tot in de C-horizont (rivierduin) verstoord zijn . In de overige boringen is een 45 à 60 dikke AC-horizont aangetroffen. Mogelijk werd het plangebied reeds vanaf het neolithicum bewoond en is de bodem daarom sterk door de mens veranderd. De AC-horizont betreft vermoedelijk een cultuurlaag. In deze laag is houtskool, en vuursteen en zijn schervenaardewerk gevonden uit de onder meer de prehistorie en de middeleeuwen. De AC-horizont strekt zich over vrijwel het hele plangebied uit. Naast rivierduinafzettingen zijn in de ondergrond beddingafzettingen aangetroffen.