In opdracht van Bouwbedrijf Verlaak heeft Geonius Archeologie in december 2019 en januari 2020 een archeologisch bureauonderzoek en IVO-O verkennende vorm uitgevoerd voor het plangebied Roode Eggeweg 5 te Kessel, gemeente Peel en Maas. Aanleiding voor het uitvoeren van het bureauonderzoek is de aanvraag van
een omgevingsvergunning ten behoeve van de herinrichting van het terrein. De huidige bebouwing wordt gesloopt om plaats te maken voor enkele woningen.
Het bureauonderzoek wees uit dat het plangebied op een Maasterrasafzetting ligt dat gedurende het Pleniglaciaal (71.000 - 12.500 v. Chr.) is ontstaan. Het gebied ligt tussen twee waterlopen, een restgeul van de Maas waar de huidige Tasbeek stroomt en de Maas. Over de Maasafzettingen ligt een dekzandpakket dat eolisch
is afgezet tijdens het Laat-Glaciaal (12.500 - 9.700 v.Chr.). In de bodem heeft zich een hoge bruine enkeerdgrond ontwikkeld in lemig fijn zand.
In de omgeving van het plangebied zijn veel vindplaatsen bekend uit de Romeinse tijd. Dit kan verklaard worden door een Romeinse weg die door Kessel heeft gelopen. Vindplaatsen uit de prehistorie concentreren zich met name naast de restgeul, bij de Tasbeek. De huidige nederzetting Kessel is in de 10e of 11e eeuw ontstaan, nadat een woontoren is gebouwd naast de Maas. Deze woontoren is door de eeuwen heen uitgebreid tot een kasteel.
Voor zover bekend is het plangebied in gebruik geweest als bouwland. Vanaf ongeveer 1969 werd het terrein geasfalteerd. De aanwezigheid van een esdek kan de natuurlijke bodem hebben beschermd tegen bodemverstorende ingrepen.
Voor het plangebied is de volgende gespecificeerde verwachting vastgesteld: een middelhoge voor de aanwezigheid van waarden uit het paleolithicum en het mesolithicum, een lage op het voorkomen van archeologische waarden uit het neolithicum, Middeleeuwen en Nieuwe tijd, een middelhoge voor de Bronstijd
en een hoge voor de IJzertijd en Romeinse tijd waarbij echter niet kan worden uitgesloten dat er in het plangebied sporen aanwezig kunnen zijn van off-site activiteiten.
Het IVO-O heeft uitgewezen dat de bodem bestaat uit een AC-profiel. De bovenste 50 cm is een recente ophogingslaag. Hieronder ligt een humeuze donker grijsbruine zandlaag dat geïnterpreteerd wordt als een esdek.
Dit esdek is 45 tot 60 cm dik. Op een diepte van 100 cm ligt een natuurlijk dekzandpakket, de C-horizont, bestaande uit matig fijn zwak lemig zand. De oude Maasafzettingen zijn waargenomen op 350 cm -mv en bestaan uit grindhoudend, matig grof zand.
Vanwege de aanwezigheid van een (deels) intact esdek kunnen archeologische waarden onder het esdek in situ aanwezig zijn. Daarom wordt door Geonius vervolgonderzoek aanbevolen in de vorm van een Inventariserend
Veldonderzoek Proefsleuven (IVO-P), conform protocol 4003 van de SIKB BRL 4000.