Vestigia Archeologie & Cultuurhistorie heeft een inventariserend veldonderzoek door middel van verkennende boringen uitgevoerd in het kader van het project Diemerscheg. Ten zuiden en westen van Amsterdam, verspreid over de gemeenten Amsterdam, Diemen, Weesp en Gooise Meren ligt een serie kleine en grotere groene gebieden: Diemerscheg. De provincie gaat deze gebieden herinrichten en verbeteren. Hiermee levert de provincie een belangrijke bijdrage aan de uitbreiding van het Nationaal Natuurnetwerk (NNN) en het compleet maken van een natuurverbinding tussen het Naardermeer en Waterland aan de noordkant van Amsterdam. De herinrichting is voor een deel ook natuurcompensatie voor de aanleg van nieuwe infrastructuur van Rijkswaterstaat. De grond die wordt weggraven moet binnen het projectgebied worden opgebracht (in een gesloten grondbalans).
Er is een Definitief Ontwerp beschikbaar (februari 2021). Er zijn verschillende types gravende werkzaamheden voorzien:
- Creëren nieuwe sloten en open water; hierbij wordt uitgegaan van een afgraving van 1,5 m-mv (en 1 m bodembreedte). Op twee locaties staat een heel klein stukje nieuwe sloot aangegeven, hier wordt een duiker verwijderd.
- Creëren vochtig hooiland; hiervoor wordt op sommige locaties de bouwvoor eraf gegraven (20 of 30 cm).
- Creëren de natuurvriendelijke / plas dras oevers; hierbij wordt uitgegaan van 25cm ontgraven.
- Er wordt een nieuw kade aangelegd; hierbij wordt de teelaarde afgegraven (10-15 cm) en daar wordt later grond opgebracht.
De betreffende gebieden liggen verspreid langs de A1 en hebben tezamen een oppervlakte van ca. 165 ha. Op de gemeentelijke erfgoedkaarten van deze gemeenten liggen de gebieden in verschillende verwachtingszones met betrekking tot aanwezige en vermoedde archeologische relicten.
Het betreft de volgende deelgebieden (zie afbeelding 3):
deelgebied omschrijving gemeente
1 Knooppunt Diemen west Diemen
2 Knooppunt Diemen oost Diemen, Gooise Meren
3 Gemeenschapspolder Diemen, Amsterdam
4* Gooise Meren West Gooise Meren
5 Tunnel A1 Muiden Gooise Meren
6 Honswijck Gooise Meren, Weesp
7 Naardermeer Gooise Meren
8 Knooppunt Muiderberg Oost Gooise Meren
Tabel Deelgebieden project Diemerscheg
* dit deelgebied is bij het Definitief Ontwerp afgevallen.
Er is in het kader van dit project een bureauonderzoek uitgevoerd. Op basis hiervan zijn binnen de in het Voorlopige Ontwerp (2019) gedefinieerde deelgebieden gebieden geselecteerd waar vervolgonderzoek nodig is (zie 2.1). In het Definitief Ontwerp is de scope verkleind, en zijn er enkele deelgebieden afgevallen.
Het huidige onderzoek omvat Fase 1 van het archeologische veldwerk in de gemeente Gooise Meren. Het veldwerk in deze gemeente voor Fase 1 is beperkt tot een deel van deelgebied 6, namelijk 6a (zie 2.1); in deelgebied 6b bestaat dat uit het verkennend booronderzoek.
De eerste fase van het Project Diemerscheg hangt samen met het graven van enkele watergangen in de meerdere deelgebieden (1, 3 en 6) waarin op basis van het bureauonderzoek archeologische restwaarden aanwezig zijn (zie 2.1), en waar de vrijstellingsgrenzen worden overschreden. Fase 2 zal het archeologisch veldwerk tijdens de uitvoeringsfase betreffen; bij de huidige plannen betreft dit Proefsleuven variant archeologische begeleiding of Archeologische inspectie parallel aan de werkzaamheden in deelgebieden 3 (alleen in Amsterdam), 4, 6 en 7 (in gebieden met een lage verwachting). Dit onderzoek zal te zijner tijd separaat worden uitgevoerd en gerapporteerd.
Binnen het plangebied is vervolgens in mei en augustus 2021 een inventariserend veldonderzoek door middel van verkennende/karterende boringen uitgevoerd om de bodemopbouw en de mate van verstoring vast te stellen. Het booronderzoek is uitgevoerd met behulp van een edelmanboor (diameter 7 cm). Over de lengte van de te graven watergangen zijn (voor zover mogelijk) om de 25 meter boringen gezet. De boringen zijn doorgezet tot een diepte van 2 meter beneden maaiveld.
Binnen het plangebied is onder een relatief dunne moderne bouwvoor veen aangetroffen tot einde boringen op maximaal 2 m -mv. In het plangebied zijn geen kenmerken van bodemvorming, lak- of cultuurlagen, terpjes, of aanwijzingen voor de aanwezigheid van een oeverwal aangetroffen. In de boringen zijn geen primaire of secundaire archeologische indicatoren aangetroffen.
Het plangebied was tot aan de ontginning in de Late Middeleeuwen/Nieuwe tijd een veengebied, te nat voor bewoning. Na de ontginning is het plangebied in gebruik geweest als weiland en natuurgebied.
Advies
Op basis van de aangetroffen bodemopbouw en het ontbreken van archeologische indicatoren kan de archeologische verwachting voor het plangebied worden bijgesteld tot ‘laag’. Vestigia Archeologie & Cultuurhistorie adviseert dan ook geen vervolgstappen in het kader van de Archeologische Monumentenzorg (AMZ).
Het is aan het bevoegd gezag, de gemeente Gooise Meren, om een besluit te nemen ten aanzien van het al dan niet doorgaan of beëindigen van het onderzoeksproces (selectiebesluit).
Ook wanneer het bevoegd gezag besluit dat vervolgonderzoek niet noodzakelijk is en het onderzochte gebied wordt vrijgegeven voor de voorgenomen ontwikkelingen, blijft de meldingsplicht archeologische toevalsvondst of waarneming van kracht (Erfgoedwet, artikel 5.10 Archeologische toevalsvondst). Aangezien het nooit volledig is uit te sluiten dat tijdens eventueel grondverzet een archeologische ‘toevalsvondst’ wordt gedaan, is het wenselijk de uitvoerder van het grondwerk te wijzen op de plicht om hiervan zo spoedig mogelijk melding te doen bij het bevoegd gezag, de gemeente Gooise Meren, en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE).