Archeologisch bureau- en booronderzoek voor Wertsteeg 18 te Kerkdriel, gemeente Maasdriel

DOI

In opdracht van AKC Bouwadviesbureau B.V. heeft VUhbs archeologie een archeologisch bureauonderzoek en verkennend booronderzoek uitgevoerd voor Wertsteeg 18 te Kerkdriel. Binnen het plangebied zal nieuwbouw worden gerealiseerd. De werkzaamheden die met deze ontwikkeling gepaard gaan, zullen de bodem en de eventueel aanwezige archeologische resten mogelijk verstoren. AKC Bouwadviesbureau B.V. heeft VUhbs archeologie verzocht voor het plangebied een bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek door middel van boringen uit te voeren, zodat meer inzicht wordt verkregen in de archeologische verwachting ervan en of er aanvullend onderzoek noodzakelijk zal zijn. Uit het bureauonderzoek blijkt dat het plangebied ligt op een uitloper van een crevassecomplex dat in eerste instantie gevormd is vanuit de stroomgordel van Hoorzik en later mogelijk gereactiveerd is vanuit de stroomgordel van Velddriel of Maas. Hierdoor heeft het zuidwestelijke en oostelijke deel van het plangebied op de verwachtingskaart van de gemeente Maasdriel een hoge archeologische verwachting. Op de afzettingen van de stroomgordel van Hoorzik kunnen archeologische resten verwacht worden uit de periode vanaf de Bronstijd tot en met de Late Middeleeuwen. Doordat het gebied daarna in een laaggelegen komgebied lag, worden uit de Nieuwe tijd alleen ontginningssporen zoals sloten en greppels verwacht. Afzettingen van oudere stroomgordels dan de stroomgordel van Hoorzik dieper in de ondergrond worden niet verwacht. Wel moet rekening gehouden worden met de aanwezigheid van (een uitloper van) een laag rivierduin in de ondergrond. Indien dit het geval is kunnen hierop, afhankelijk van de hoogte, resten uit de periode vanaf het Mesolithicum verwacht worden. Ter plaatse van het woonhuis en de schuur in het oostelijke deel van het plangebied zal de top van het bodemprofiel al in belangrijke mate zijn verstoord. In het overige deel van het plangebied zijn geen aanwijzingen voor grootschalige verstoringen. Bij het veldonderzoek is binnen het plangebied geen rivierduin aangetroffen. Wel zijn de verwachte crevasseafzettingen aanwezig en zelfs in het gehele plangebied en niet alleen in het zuidwesten en oosten. Bovendien is hierin sprake van twee niveaus. Het bovenste en jongste niveau betreft slechts een dunne laag en bevindt zich in het westelijke deel van het plangebied. In de top van beide niveaus zijn echter geen sporen van bodemvorming waargenomen. Dit betekent dat beide niveaus al snel weer zijn overstroomd en afgedekt door komafzetten en daarmee waarschijnlijk niet aantrekkelijk/geschikt worden voor bewoning. De hoge archeologische verwachting voor resten uit de periode vanaf de Bronstijd tot en met de Late Middeleeuwen in de top van de crevasseafzettingen kan binnen het plangebied dan ook worden bijgesteld naar laag. Ook de kans op (bewonings)resten uit latere perioden is door de ligging binnen een laaggelegen komgebied laag. Hierdoor wordt vervolgonderzoek niet noodzakelijk geacht en wordt geadviseerd het plangebied vrij te geven voor de verdere werkzaamheden.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-x7q-udkj
Metadata Access https://archaeology.datastations.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=doi:10.17026/dans-x7q-udkj
Provenance
Creator K.A. Hebinck
Publisher DANS Data Station Archaeology
Contributor L Schoenmakers
Publication Year 2018
Rights CC0 1.0; info:eu-repo/semantics/openAccess; http://creativecommons.org/publicdomain/zero/1.0
OpenAccess true
Contact L Schoenmakers (VUhbs archeologie)
Representation
Resource Type Dataset
Format text/xml; application/pdf
Size 7656; 6857; 895; 6223; 3352881
Version 1.0
Discipline Humanities