Antea Group heeft in september 2021 een bureauonderzoek
uitgevoerd in voorbereiding op de aanleg van een 20 kV kabeltracé (middenspanning) tussen het
150 kV-hoogspanningsstation aan de Bloesemlaan 21 te Zeewolde en bedrijvenpark Stichtsekant
te Almere. Het tracé is gelegen binnen de gemeenten Zeewolde en Almere.
Voor beide gemeentes geldt dat ze gebruik maken van een standaard bureauonderzoek,
aangezien er binnen de gemeentes sprake is van en hoge mate van uniformiteit in
bodemopbouw, geomorfologie (bodemreliëf), archeologie en cultuurhistorie.1
Op basis van
nieuwe inzichten kan de initiatiefnemer echter een aanvullend bureauonderzoek op plangebied
niveau uitvoeren. Het onderhavige bureauonderzoek betreft dan ook een aanvulling op de
gestandaardiseerde werken. Het doel van dit onderzoek is dan ook met name om het
onderhavige plangebied te toetsen aan de (bestaande) archeologische verwachting.
Conclusies
De archeologische verwachting is voornamelijk gebaseerd op de mogelijke aanwezigheid van
vindplaatsen uit het laat-paleolithicum en het mesolithicum. Deze vindplaatsen zijn aan te treffen
op de top van de pleistocene ondergrond, het dekzand en rivierduinen. Daarnaast zijn resten uit
het vroeg-neolithicum te verwachten op de hogere delen van de oude getijdeafzettingen. In het
getijdegebied waren vooral de oeverwallen geschikte plaatsen voor bewoning.
In de middeleeuwen behoorde het plangebied tot het Almere en in de nieuwe tijd (tot aan de
bouw van de afsluitdijk) tot de Zuiderzee. In de hierbij horende afzettingen (respectievelijk
Almere Laag en Zuiderzee Laag) zijn verspreid over de Flevopolder en in het IJsselmeer reeds vele
(resten van) scheepswrakken gevonden. Daarnaast kunnen er middeleeuwse bewoningsresten
van eventueel in het gebied aanwezige verdronken dorpen worden aangetroffen in het veen .Ook
kunnen in de Flevopolder resten worden aangetroffen van vliegtuigwrakken uit de Tweede
Wereldoorlog.
De kans op het aantreffen van onontdekte scheepswrakken uit de late middeleeuwen en nieuwe
tijd of vliegtuigwrakken is overal in het plangebied aanwezig. Deze kans of verwachting is daarom
niet opgenomen op de beleidskaart en niet in het onderstaande selectieadvies.
Vrijwel het gehele tracé is echter gesitueerd in de berm van bestaande wegen. Een analyse van
de KLIC-gegevens laat zien dat bijna overal kabels en leidingen in de ondergrond aanwezig zijn.
Zo geldt er in principe een (middel)hoge archeologische verwachting voor grote delen van het
plangebied, maar tegelijkertijd zorgt de aanwezigheid van kabels en leidingen in de ondergrond
ervoor dat de kans op het aantreffen van een intacte bodem en daarmee intacte archeologische
vindplaatsen als laag moet worden ingeschat.
Advies gemeente Almere
Gemeente Almere
Ten plaatse van het bedrijventerrein Stichtsekant (hoek Lijsterweg –Nederstichtselaan) is een
bekende vindplaats aanwezig (1R-13 / K-boven2). Dit betreft een vastgestelde archeologische
waarde. Het gemeentelijk beleid richt zich hier op het behoud van archeologische waarden in de
bodem. Voor dit terrein geldt echter een archeologische vergunningsplicht voor alle bodemingrepen onder het huidige maaiveld, ongeacht de aard en omvang ervan. Op deze locatie
zullen de werkzaamheden door middel van gestuurde boringen worden uitgevoerd.
De vindplaats wordt verwacht op een diepte van circa 3,8 m-mv (vanaf 6,72 m -NAP). Het is op dit
moment niet geheel duidelijk op welke diepte de gestuurde boringen zullen plaatsvinden. Antea
Group adviseert derhalve om in contact te treden met de gemeentelijk archeoloog van Almere
om een vervolgstrategie te bepalen.
Advies gemeente Zeewolde
Antea Group adviseert om vervolgonderzoek in de vorm van een verkennend booronderzoek uit
te voeren (met een onderlinge boorafstand van 40 m) voor de tracédelen waarbij de volgende
combinatie van omstandigheden van toepassing is:
•de werkzaamheden (aanleg 20 kV-kabel) vinden plaats in open ontgraving;
•met de voorgenomen ontgravingsdiepte van 0,8 m-mv worden de archeologische
vrijstellingsdieptes overschreden;
•de werkzaamheden worden uitgevoerd op een locatie waar niet reeds bestaande kabels
en/of leidingen aanwezig zijn (op basis van de KLIC-gegevens) en worden dus uitgevoerd
buiten een bestaande kabel- en leidingenstrook;
Voor de overige locaties binnen beide gemeenten wordt de kans op het aantreffen van een
intacte bodem en archeologica als zeer gering ingeschat en wordt geen vervolgonderzoek
geadviseerd. Hierbij dient te worden opgemerkt dat deze lage verwachting voor een groot
gedeelte van het plangebied is gebaseerd op de geplande ontgravingsdiepte en de ligging van het
tracé in verstoorde bermlocaties, waar op basis van de KLIC gegevens reeds ondergrondse kabels
en leidingen aanwezig zijn. Zo geldt er in principe een (middel)hoge archeologische verwachting
voor grote delen van het plangebied, maar tegelijkertijd zorgt de aanwezigheid van kabels en
leidingen in de ondergrond ervoor dat de kans op het aantreffen van een intacte bodem en
daarmee intacte archeologische vindplaatsen als laag moet worden ingeschat. De bestaande
kabels en/of leidingen liggen namelijk op de ontgravingsdiepte van 0,8 m-mv of dieper.
Daarnaast worden de gele zones in principe niet meegenomen in het vervolgonderzoek. Voor
deze gebieden geldt weliswaar een archeologische verwachting, maar het archeologisch
relevante niveau ligt naar alle waarschijnlijkheid dieper dan 1 m-mv. Gezien de ontgravingsdiepte
van 0,8 m-mv wordt dit niveau echter niet bereikt.
Concreet houdt dit in dat indien er een tracéwijziging plaatsvindt en de werkzaamheden in
onverstoorde grond plaatsvinden, bovenstaand advies niet meer geldig is en er archeologisch
vervolgonderzoek dient plaats te vinden.
Revisiebeheer
De onderhavige rapportage is voorgelegd aan en beoordeeld door de archeologische adviseurs
van de gemeente Zeewolde. Het huidige rapport betreft een aangepaste versie, waarin de
opmerkingen van de bevoegde overheid zijn verwerkt.
Hierbij dient te worden opgemerkt dat in een eerdere versie van de rapportage drie advieszones
voor vervolgonderzoek zijn aangewezen. De adviseurs van de gemeente hebben voorgesteld om
het booronderzoek uit te breiden met een extra advieszone. De toegevoegde advieszone betreft
een geel en groen gebied (lage tot middelhoge archeologische verwachting), dat gelegen is
tussen twee reeds aangewezen advieszones aan het Nijkerkerpad met een hoge archeologische
verwachting.
Op de locatie van de toegevoegde advieszone zullen de gemeentelijke vrijstellingsgrenzen van 1
respectievelijk 1,5 m-mv met de voorgenomen ingrepen niet worden overschreden. In deze zone
zijn echter geen belemmeringen in de vorm van kabels en/of leidingen in de ondergrond
aanwezig. Een uitbreiding van het booronderzoek op deze locatie biedt dan ook de mogelijkheid
om enerzijds de bodemopbouw en de landschappelijke overgangen in het gebied beter in beeld
te krijgen. Anderzijds kan op deze manier de begrenzing van de beleidskaart worden getoetst.
Concreet zijn er vier advieszones voor vervolgonderzoek aangewezen.
Het bovenstaande selectieadvies is beoordeeld en akkoord bevonden door de bevoegde overheid.
Antea Group Archeologie 2021/175
Projectnummer: 472234