In opdracht van Stichting Oude Groninger Kerken is in november 2016 eenarcheologische begeleiding onder protocol opgraven uitgevoerd op het kerkhof van de Mariakerk te Westerwijtwerd, gemeente Loppersum, provincie Groningen. De aanleiding voor het archeologisch onderzoek in het plangebied was de aanleg van een hemelwaterafvoer.Uit het bureauonderzoek werd duidelijk dat de in het plangebied aanwezige Mariakerk gebouwd is in het midden van de dertiende eeuw en dat kerk en kerkhof zijn gelegen op een verhoging (wierde). Het kerkhof rond de kerk is eeuwen in gebruik geweest als begraafplaats. Te verwachten vondstencategorieën waren metaal, hout en botmateriaal.Ook konden (met name ongemarkeerde) begravingen en funderingen van de oorspronkelijke koorsluiting van de kerk binnen de geplande leidingtracés worden verwacht. Deze konden dateren vanaf de dertiende eeuw. Onder de ophogingslaag van de wierde kunnen bewoningsresten vanaf de ijzertijd worden gevonden. Sporen uit deze periode kunnen bestaan uit paalgaten, afvalkuilen, greppels en waterputten.Tijdens het veldwerk bleek dat de bodem tot de maximale ontgravingsdiepte verstoord was, waarschijnlijk als gevolg van de aanleg van graven en het ruimen ervan. Nergens is de natuurlijke bodem onder de wierde bereikt. De wierde is opgericht in het midden van de dertiende eeuw, ten behoeve van de bouw van de Mariakerk. De oorspronkelijke dorpswierde van Westerwijtwerd bevindt zich circa 200 meter ten noordoosten van het plangebied (AMK-nr. 6734). In de wierde zijn dan ook geen bewoningsresten uit de ijzertijd gevonden. Resten van een eventuele vlaknederzetting uit de ijzertijd kunnen onder de wierde nog aanwezig zijn. Tegen de noordoostelijke hoek is een funderingsrestant van bakstenen gevonden dat vermoedelijk heeft toebehoord tot een grafmonument. Net buiten de oostelijke wand is een waterkelder van bakstenen met een gemetseld gewelf gevonden. Beide structuren ligging op de plek waar in ieder geval tot 1832 een halfronde koorsluiting aanwezig is geweest. Op basis hiervan kunnen beide structuren gedateerd worden tussen 1832 en halverwege de twintigste eeuw.Het vondstmateriaal behoort toe tot verstoorde graven: gefragmenteerdemenselijke botresten, handvatten van doodskisten en nagels. Daarnaast zijn enkele fragmenten bouwmaterialen gevonden, bestaande uit brokken baksteen waaronder twee kloostermopfragmenten en twee fragmenten van geglazuurde plavuizen.
2016-11/01