Tijdens het proefsleuvenonderzoek op de locatie op 17 juni 2022 zijn twee werkputten aangelegd die tussen de 30 en 40 m2 groot waren. De totale oppervlakte is circa 70 m2. De gemiddelde lengte en breedte bedragen circa 10 m en 4 m. De diepte ligt op circa 1 m -mv. De toplaag bestaat in beide werkputten uit wit zand met een variabele dikte van gemiddeld 0,2 tot 0,4 m. Daaronder volgden in beide werkputten lagen met vuile klei die in meer of mindere mate met puin waren vermengd. Dit puin bestond uit veelal (resten van) rode bakstenen, dakpannen, cementbrokken en ander afval dat op sommige plekken doorsneden werd door kabels. Dit hele complex is samen met het witte zand (sub-)recent van ouderdom (ca. 1900-heden). Er zijn geen archeologische lagen aangetroffen in de werkputten. Op basis hiervan kan het plangebied worden vrijgegeven.Er zijn dertien stukken gecorrodeerd metaal gevonden Alle metaalvondsten lijken te dateren uit de 19e eeuw of later. Een mogelijk uitzondering is een sterk gecorrodeerde munt. Deze kan iets vroeger dateren, maar door de corrosie en verweerde staat is dat niet meer na te gaan. Er is verder één bodemfragment van industrieel witbakkend aardewerk aangetroffen. Deze scherf kwam van het grondvlak van werkput 2. Onderop de bodem is nog een deel van het stempel te zien van de fabrikant. Op basis van dit stempel (Societé Ceramique MAESTRICHT) is te bepalen dat dit stuk aardewerk is vervaardigd tussen 1863 en 1955.