Het Inventariserend Veldonderzoek heeft op de locatie “Randwyck-Vogelzang” vooral geïsoleerde dan wel verploegde artefacten van een midden-neolithische vindplaats aangetoond, waarschijnlijk behorende tot de eerste fasen Michelsberg-cultuur (MK I/II). De datering van het spaarzame vondstmateriaal ligt in de periode 4350-3950 v. Chr. Vanwege de afwezigheid van sporen en de zeer geringe hoeveelheid in situ vondstmateriaal, is de vindplaats als nietbehoudenswaardig aangemerkt.Bewerkt vuursteen is geïsoleerd en in verspoelde context aangetroffen boven een veenlaag in een restgeul, waarnaast in 1994 – buiten het plangebied – op de westoever een afvaldump van een nederzetting is aangetroffen. Daarnaast zijn in de geul houtresten aangetroffen. Op basis van het spaarzame vondstmateriaal zijn er geen aanwijzingen dat het oostelijke deel van de restgeul (= het westelijke deel van het plangebied) in gebruik is geweest als dumpzone voor afvalmateriaal. Tijdens het dichtslibben is de aanwezige veenlaag afgedekt met een laag klei en verspoelde löss, waarin weinig prehistorisch en Romeins materiaal terecht is gekomen.De oostoever van de restgeul ligt in het plangebied en betreft een hoger gelegen terrasrand, waar ter plaatse van twee boringen vuursteen is aangetroffen dat mogelijk in situ lag. De vondstassemblage betreft hier zowel bewerkt als onbewerkt lithisch materiaal en aardewerk dat voornamelijk is aangetroffen direct onder de bouwvoor. Op de oeverzone zijn tijdens het proefsleufonderzoek echter geen sporen- of duidelijke vondstconcentraties aangetroffen. De vulling van de dichtgeslibde restgeul was rijk aan goed geconserveerd pollen, dat mogelijk meer informatie kan geven over de vegetatieontwikkeling en het landgebruik in de directe omgeving van de nabij aanwezige Michelsbergvindplaats. Indien er budget voor beschikbaar is, dan wordt aanbevolen om deze restgeul op haar diepste punt te bemonsteren en de monsters aan te bieden voor gedetailleerd palynologisch onderzoek (laagsgewijze, centimetergewijze bemonstering).