Op het terrein van de rioolzuivering is de bodem tot een diepte van 135-140 –mv verstoord, wat blijkt uit een opgebracht pakket zand met schelpenresten, waardoor hier waarschijnlijk geen vindplaatsen meer te verwachten zijn. Op de parkeerplaats zijn deels intacte laarpodzolen aangetroffen, maar er zijn geen archeologische indicatoren aangetroffen, waardoor ook hier de kans op aanwezigheid van een vindplaats zeer klein is.Dit betekent dat de lage verwachting uit het bureauonderzoek voor de archeologische perioden vanaf het Laat-Paleolithicum tot en met de Nieuwe tijd op grond van de veldresultaten kan worden gehandhaafd.
Issued: 2016-01-22