Na het proefsleuvenonderzoek in 2020 is de vindplaats gekarakteriseerd als een erf - een huisplaats met bijgebouwen, mogelijk omgeven door sloten - die op grond van het vondstmateriaal teruggaat tot het eind van de 12e eeuw of het begin van de 13e eeuw. De archeologische begeleiding in 2021 heeft weliswaar meer sporen opgeleverd én aanwijzingen dat er sprake is van twee erven, maar de karakterisering van de vindplaats is niet wezenlijk veranderd. Tijdens het onderzoek zijn drie kuilen met as en verbrande klei in de vulling gevonden die hetzij haardkuilen zijn, hetzij sporen die verband houden met ambachtelijke activiteiten. Omdat binnen het vondstmateriaal geen aanwijzingen zijn voor ambachtelijke activiteiten betreft het waarschijnlijk haardkuilen.