In opdracht van Kleissen en Partners BAAC bv van 30 maart tot en met 2 april 2009 een inventariserend veldonderzoek (IVO) door middel van proefsleuven uitgevoerd te Wierden. Aanleiding tot het onderzoek vormt de voorgenomen bouw van een hotel in het plangebied Wierden – Zuid Esweg. Hierbij zal de archeologische ondergrond vergraven worden. Het onderzoeksterrein is gelegen aan de Zuid Esweg, ten zuidwesten van de dorpskern van Wierden. Het terrein wordt in het zuiden en westen door de genoemde weg begrensd, in het oosten door de N350 en ten noorden door voormalige N35. Het terrein zelf bestaat akkerland. De totale oppervlakte van het terrein bedraagt 2,2 hectare. Hiervan is 8 procent onderzocht. Tijdens het archeologisch onderzoek zijn 547 sporen en 87 vondsten aangetroffen. De sporen bevinden zich verspreid over het gehele onderzoeksgebied, met een concentratie in het noordoostelijke en zuidelijke deel. Opvallend is dat er in de lagere delen van het terrein weinig tot geen sporen aanwezig zijn. Het gaat om de resten van 12 greppels, 1 wandgreppel, 37 kuilen en 446 paalsporen. Op basis van overeenkomst in vulling en vondstmateriaal is het grootste deel van de sporen is te dateren in de late bronstijd en/of ijzertijd, een minderheid dateert uit de middeleeuwen. Uit de sporen zijn mogelijk 8 structuren te herleiden, het gaat hierbij om gebouwen en bijgebouwen. Het grootste deel van de greppels is te dateren in de late middeleeuwen en nieuwe tijd, twee dateren mogelijk uit de ijzertijd. De sporen zijn over het algemeen van een goede kwaliteit aangezien zij grotendeels worden afgedekt door een esdek. Gezien het feit dat de nederzettingsresten redelijk tot goed bewaard zijn onder het esdek en de informatiewaarde hoog is, worden de archeologische resten in het plangebied als behoudenswaardig aangemerkt. Behoud in situ behoort dan ook tot de aanbevelingen. Indien behoud in situ niet mogelijk is, behoort tot de aanbevelingen dat vervolgonderzoek naar de nederzettingsresten wordt gedaan en wel voorafgaand aan verstoringen van de archeologische waarden in de ondergrond bij eventuele graafwerkzaamheden in het plangebied.