In het gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel is uitgegaan van een lage kans op resten uit de periode steentijd tot en met de bronstijd en een hoge kans op resten uit de periode ijzertijd tot de middeleeuwen. Het plangebied bestaat uit grasland waarop een huisartsen- en fysiopraktijk zal worden gebouwd. Uit de resultaten van het booronderzoek blijkt dat de bodem in het plangebied gekenmerkt wordt door lage kwelderafzettingen die worden afgedekt door terplagen. Hier bovenop ligt een ongeveer veertig centimeter dik ophogingspakket. Het is opmerkelijk dat de terplagen op het oorspronkelijk hoogst gelegen deel van de terp (in de noordhoek van het plangebied) ontbreken. Dit komt waarschijnlijk doordat hier de natuurlijke afzettingen oorspronkelijk het hoogst lagen waardoor het afgraven van de terp hier geleid heeft tot het volledig verloren gaan van de terplagen. Wel zijn hier nog delen van diepe grondsporen bewaard gebleven. Op de overige delen van het plangebied zijn de terplagen nog wel (grotendeels) bewaard gebleven. Deze bestaan voor een deel uit afspoelingslaagjes zoals ontstaan aan de voet van een hellende akker. Dit stemt overeen met de ligging van deze delen van het plangebied aan de randzone van een terp. Onder deze terplagen zijn grondsporen bewaard gebleven. Hierin aangetroffen aardewerk lijkt uit de periode ijzertijd-Romeinse tijd te dateren.Op basis van de aangetroffen verschijnselen is het vooralsnog in onvoldoende mate mogelijk om een vindplaatsbeoordeling uit te voeren aan de hand van de waarderingstabel uit de KNA 3.2 (VS06). Hiervoor is een proefsleuvenonderzoek nodig. Een dergelijk onderzoek dient te worden uitgevoerd door een daartoe gecertificeerd bedrijf volgens een speciaal daartoe op te stellen Programma van Eisen (PvE).
Issued: 2011-07-11