Op basis van het bureauonderzoek is vastgesteld dat het plangebied op de rand van een
dekzandplateau ligt. De combinatie van de hogere ligging en de nabijheid van een gradiëntzone
maakt het plangebied een gunstige locatie voor bewoning vanaf het Laat-Paleolithicum. De
verwachting op resten uit de periode Laat-Paleolithicum tot Vroege Middeleeuwen is hoog. Resten
worden verwacht in de top van het dekzand. De top van het dekzand bevindt zich 70 m ten oosten
van het plangebied op 70 – 120 cm -Mv (0,70 – 0,40 m +NAP). Het plangebied staat aangeduid op
de ontgrondingenkaart van Noord-Brabant. Mogelijk is hierbij de top van het dekzand verstoord.
• Made, waarin het plangebied ligt, dateert uit de 14e eeuw. Op de Kadastrale Minuutplan van 1811-
1832 is het plangebied onbebouwd, maar dit sluit geen oudere bebouwing uit. Tussen 1900 en
1943 heeft bebouwing gestaan aan de straatkant, in het oosten van het plangebied. Aan de
overkant van de straat zijn in ieder geval complexen en grondsporen uit de Nieuwe tijd bekend, op
80 – 110 cm -Mv (1,80 – 1,50 m +NAP). De verwachting op resten uit de periode Late
Middeleeuwen-Nieuwe tijd is hoog.
• In de tuin, in het westen van het plangebied, is het dekzand aangetroffen op 55 – 70 cm -Mv (1,85
– 1,45 m +NAP). Er zijn geen aanwijzingen dat de bodem diep verstoord is geraakt bij eventuele
ontgrondingen. In boringen 3, 5, 6 en 7 is bovendien bodemvorming waargenomen, wat duidt op
een intacte bodem. Alleen boring 1, aan de straatkant, is verstoord tot 105 cm -Mv (0,92 m +NAP).
Hier mist minstens 30 cm van de top van de C-horizont. Dit is mogelijk ten gevolge van de oude
sloop van de bebouwing die daar tussen 1900-1943 heeft gestaan, maar kan ook duiden op een
plaatselijke verstoring. De hoge verwachting op resten uit de periode Laat-Paleolithicum tot
Nieuwe tijd blijft gehandhaafd voor het hele plangebied.