De Wildeman III (gemeente Zaltbommel)

DOI

ADC ArcheoProjecten heeft in de periode vanaf november 2020 tot januari 2021 inventariserend veldonderzoek uitgevoerd op locatie De Wildeman III, in het oosten van de gemeente Zaltbommel (afb. 1 en 2). Op basis van het bureauonderzoek en voorgaand archeologisch onderzoek op de locaties De Wildeman I en II, waren er zeer sterke aanwijzingen voor de aanwezigheid van archeologische vindplaatsen in de vorm van nederzettingen, begravingen en perceleringssystemen uit de IJzertijd en met name Romeinse tijd. Deze zullen zich bevinden op crevasseafzettingen van de Bruchem stroomgordel. Tevens werd rekening gehouden met de kans op de aanwezigheid van archeologische resten op de dieper gelegen Broek stroomgordel, voornamelijk in het noordwesten van het plangebied. Het betreft resten uit de periode Midden-Neolithicum – Bronstijd. Teneinde deze verwachting te toetsen en aan te vullen is in het plangebied een oppervlaktekartering en een verkennend booronderzoek uitgevoerd. Op basis van het uitgevoerde booronderzoek bleek in de noordwestelijke hoek, alsmede verspreid over de rest van het plangebied, vanaf een diepte van ca. 1,5 m –mv (ca. 1 m +NAP) een pakket uiterst siltige klei met zandlagen of matig fijn zand met kleilagen aanwezig te zijn. Dit pakket is geïnterpreteerd als beddingafzettingen van de Broek stroomgordel. Deze afzettingen worden in de meeste gevallen bedekt door een pakket sterk tot matig siltige klei; oever- en komafzettingen. Dit pakket is in totaal ca. 0,5 à 1,0 m dik. Daarboven bevindt zich in de meeste boringen een (dubbele) vegetatiehorizont, bestaande uit twee dunne lagen zwak tot matig humeuze matig siltige klei, van elkaar gescheiden door een dunne laag grijze matig siltige klei met roestvlekken. De top van de bovenste vegetatiehorizont bevindt zich in de meeste gevallen op minder dan 1,5 m +NAP. In het grootste deel van het plangebied werd bovenin de boringen een pakket matig fijn tot zeer grof zand aangetroffen, plaatselijk zandige of uiterst siltige klei. Dit pakket is geïnterpreteerd als crevasseafzetting. Er kan onderscheid worden gemaakt tussen een zone in de zuidoostelijke helft van het plangebied, waar een crevassegeul aanwezig is en daaromheen een zone met een dunner pakket crevassesplayafzettingen, waarop zich een vegetatiehorizont heeft ontwikkeld. Deze vegetatiehorizont is op de crevassegeulafzettingen in de meeste gevallen niet aangetroffen. Door de relatief hoge ligging van de crevassegeul (onder meer veroorzaakt door differentiële klink), is de vegetatiehorizont hier dikwijls verstoord geraakt door landbouwactiviteiten, terwijl deze op de lager gelegen crevassesplayafzettingen beter bewaard zal zijn gebleven. Hoewel de crevassegeulafzettingen door de relatief hoge ligging voor menselijk gebruik geschikter zullen zijn geweest dan de crevassesplayafzettingen, wijst de afwezigheid van de vegetatiehorizont hier wel op een minder goede conservering. Daarom zal de trefkans van eventuele archeologische resten vermoedelijk het grootst zijn nabij de overgang van crevassegeul- naar crevassesplayafzettingen.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-za3-9c5q
Metadata Access https://archaeology.datastations.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=doi:10.17026/dans-za3-9c5q
Provenance
Creator J. Huizer
Publisher DANS Data Station Archaeology
Contributor M.G. Nieuwenhuijsen
Publication Year 2021
Rights CC-BY-4.0; info:eu-repo/semantics/openAccess; http://creativecommons.org/licenses/by/4.0
OpenAccess true
Contact M.G. Nieuwenhuijsen (ADC ArcheoProjecten)
Representation
Resource Type Dataset
Format text/xml; application/pdf
Size 7301; 7210; 986; 5099; 4719584
Version 1.0
Discipline Humanities