In opdracht van BTL Advies heeft BAAC bv in het plangebied ‘Ecologische verbinding Mun’ een inventariserend veldonderzoek door middel van proefsleuven (IVO-P) uitgevoerd. Aanleiding is de voorgenomen herinrichting van het gebied waarbij mogelijk archeologische waarden verstoord zouden kunnen worden door de aanleg enkele laagten met poelen. Deze herinrichting wordt uitgevoerd door Dienst landelijk Gebied in opdracht van provincie Noord-Brabant. In het in augustus 2012 uitgevoerde bureauonderzoek werd vastgesteld dat in het plangebied zones met een (zeer) hoge archeologische verwachting op het voorkomen van archeologische resten uit de bronstijd en ijzertijd aanwezig zijn. In de gebieden met hoge archeologisch verwachting waar poelen gepland zijn is eerst bekeken of deze poelen verplaatst zouden kunnen worden en indien dit niet het geval was, is besloten daar over te gaan tot een IVO-P en een proefsleuf aan te leggen. Op 4 maart 2013 zijn hiertoe vijf proefsleuven aangelegd.
De bodemopbouw in het plangebied is deels intact en deels verstoord. Ter plaatse van de proefsleuven 2 en 5 zijn de percelen afgegraven of geëgaliseerd. Op de overige percelen zijn, deels, intacte podzolprofi elen aangetroffen. In de proefsleuven zijn in totaal vijf antropogene sporen aangesneden. Deze sporen - greppels, kuilen en grondverbeteringssporen - dateren alle uit de negentiende of twintigste eeuw en hebben een relatie met de ontginning van het terrein. Er is geen vondstmateriaal aangetroffen. Sporen van de voortzetting van het nabijgelegen grafveld Zevenbergen zijn niet waargenomen wat verschillende oorzaken kan hebben. Het plangebied ligt aan de voet van de noordelijke helling van de Maashorst, in lager gelegen gebied waar het grondwater vrij hoog staat. Daarnaast dient opgemerkt te worden dat maar een klein deel van het plangebied archeologisch onderzocht is, er is alleen ter plaatse van de poelen onderzoek verricht. Het kan niet worden uitgesloten dat zich in het plangebied nog (geïsoleerd liggende) begravingen bevinden.
Op basis van de resultaten van het onderzoek en vanwege de lage score op de inhoudelijke kwaliteit acht BAAC bv de vindplaats niet behoudenswaardig. Er is slechts een klein aantal sporen aangesneden en het informatiepotentieel van de sporen is laag. Bovendien is in het geheel geen vondstmateriaal aangetroffen. Door BAAC bv wordt daarom geadviseerd het terrein ter plaatse van de poelen vrij te geven voor verdere ontwikkeling. Bij eventuele graafwerkzaamheden in en in de directe omgeving van het plangebied dient echter nog steeds rekening gehouden te worden met eventuele sporen die te relateren zijn aan het grafveld.
Bovenstaand advies vormt een zogenaamd selectieadvies. Dit betekent niet dat reeds gestart kan worden met bodemverstorende activiteiten of de daarop voorbereidende activiteiten. Het selectieadvies dient namelijk eerst beoordeeld te worden door de bevoegde overheid wat uiteindelijk leidt tot een selectiebesluit.
