Breda Slokker

DOI

Van 2 tot en met 16 augustus 2004 heeft het bureau voor Bouwhistorie, Archeologie, Architectuur- en Cultuurhistorie (BAAC bv) in samenwerking met het Bureau Cultureel Erfgoed van de Gemeente Breda een Inventariserend Veldonderzoek (IVO) d.m.v. proefsleuven uitgevoerd op de Slokkerlocatie. Deze locatie behoort tot de zogenaamde Westflank, de westelijke randzone van de oude stadskern. De gemeente Breda zal de komende jaren deze randzone gaan her-inrichten. Uitgangspunt van deze her-inrichting is het opnieuw terugbrengen of reconstrueren van het water in de stad middels het openleggen van de oude waterlopen, zoals de rivier de Mark. De her-inrichting bestaat uit meerdere fases, waarvan de eerste het vernieuwen van de bebouwing langs de opnieuw aan te leggen Mark omvat. Deze nieuwbouw gaat naar verwachting ten koste van een deel van de middeleeuwse omwalling. Op de Slokkerlocatie gaat het om de stenen Waterpoort, stadsmuur, kademuur en een of meerdere waltorens. Teneinde een duidelijker beeld te krijgen van de archeologische waarde van het terrein is een archeologisch vooronderzoek uitgevoerd.Conclusie:De onderzoeksresultaten geven een duidelijk beeld van het veranderende gebruik van het terrein in de loop van de tijd. In eerste instantie functioneerde het opgravingsterrein als achterterrein van een hofhuis, gelegen tussen het voorgenoemde hofhuis en de rivier de Mark. Over hoe dit achterterrein gebruikt werd is slechts weinig bekend. In archiefstukken uit verschillende tijden wordt melding gemaakt van bijgebouwen en tuinen. Zo bestond in 1599 het huis Nedervenne uit: “..huisinge, poorte, stallinge, hovinge ende erffenisse”. Van al de genoemde bijgebouwen is tijdens het onderzoek niets aangetroffen. Vermoedelijk waren deze niet diep gefundeerd of zelfs uit hout opgetrokken. Slechts de begrenzende stads- of tuinmuur is na enig zoekwerk aangetroffen.De eerste tastbare bewijzen voor bebouwing op het achterterrein stammen uit de 18e eeuw. De teruggevonden theekoepel wijst op een gebruik van het terrein als tuin. Gezien de datering in de 18e eeuw ligt het voor de hand dat deze tuin in franse stijl is uitgevoerd. Uit de archieven is bekend dat in 1771 het hofhuis wordt overgenomen door de koopman Godefridus Martinus Berenbroeck, die zich de titel van baron had aangemeten. Tot dit huis behoort ook de “nieuwlings aangelegde plantagien in den hoff”. Van een, theekoepel wordt geen gewag gemaakt. De aanwezigheid van een theekoepel duidt op enige status.Wanneer het theekoepeltje wordt afgebroken is onzeker. Rond 1810 wordt in het hofhuis een zeep- en zoutziederij gevestigd. Dit is een aanzienlijk verschil in status ten opzichte van 1771. Het is aannemelijk dat in deze fase het pakhuis is gebouwd, waarin later de oliemolen is gevestigd. Gezien de dikke fundamenten heeft het pakhuis mogelijk meerdere verdiepingen gehad (fase 3A). Het zal gebruikt zijn voor de opslag van grondstoffen voor de zeep- en zoutindustrie, zoals steenzout en oliën. Tevens is het denkbaar dat de eindproducten hier zijn opslagen, in afwachting van verder transport (over de Mark?). Vanaf het midden van de 19e eeuw is het voormalige pakhuis in gebruik als stoomoliemolen. Hiervoor vinden in fases 3B en 3C een aantal aanpassingen plaats aan het gebouw. Er komen o.a. extra kelders en zware fundamenten voor de maalstenen en andere machines. De geproduceerde olie is waarschijnlijk gebruikt in de zeepindustrie.Op het eind van de 19e eeuw is er sprake van een ernstige concurrentiestrijd in de zeepindustrie, waardoor er slechts enkele grote fabrieken, zoals Lever en Van den Bergh, overblijven. Het fabriekje van Guljé zal deze concurrentiestrijd niet overleefdhebben.In 1899 kopen de zusters Franciscanessen het hofhuis en de daarbij behorende grond op en laten op de plaats van de voormalige fabriek en stoomoliemolen een kapel bouwen.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-22r-92e5
Metadata Access https://archaeology.datastations.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=doi:10.17026/dans-22r-92e5
Provenance
Creator Weerden, J.F. van der
Publisher DANS Data Station Archaeology
Contributor R.J.W.M. Gruben; BAAC bv
Publication Year 2011
Rights CC-BY-4.0; info:eu-repo/semantics/openAccess; http://creativecommons.org/licenses/by/4.0
OpenAccess true
Contact R.J.W.M. Gruben (BAAC bv)
Representation
Resource Type Dataset
Format application/pdf; text/xml
Size 18670082; 8482; 8752; 801; 6254
Version 1.0
Discipline Humanities