Maastricht Belvédère Noorderbrugtracé

In opdracht van Belvedère Wijkontwikkelingsmaatschappij BV heeft Strukton en Archol een inventariserend veldonderzoek door middel van proefsleuven (IVO-P) en Archeologische Begeleiding (AB) uitgevoerd in het plangebied Caberg- Brusselseweg in het kader van het project Noorderbrug Maastricht. Het betreft het gebied vanaf de Viaductweg (A2) op de oostelijke Maasoever, naar de Brusselseweg richting het Belgische achterland (Lanaken) en tot aan de Via Regia in het Westen. Het adviesgebied Caberg - Brusselseweg betreft een wegtracé waar een nieuwe wegaansluiting gerealiseerd gaat worden tussen de Bosscherlaan en de Brusselseweg in Maastricht-Noord. Het adviesgebied beslaat een totale oppervlakte van 1,85 ha. Het proefsleuvenonderzoek dient ter kartering en waardering van archeologische waarden binnen het adviesgebied. Het plangebied is gelegen aan weerszijden van de Posthornstraat. Het veldwerk is uitgevoerd onder bijzondere omstandigheden. Het graafwerk is begeleid door een OCE-deskundige en de algehele werkzaamheden zijn onder toezicht van een DLP-er uitgevoerd. Conform het PvE dienden er 6 proefsleuven aangelegd te worden binnen het adviesgebied. Het eerste stadium van het onderzoek wordt gevormd door een inventariserend veldonderzoek in de vorm van proefsleuven onderzoek (IVO-P). Indien er behoudenswaardige archeologische resten aanwezig waren in het plangebied, diende een aanvullende opgraving uitgevoerd te worden. Op basis van de resultaten van het proefsleuvenonderzoek dat is uitgevoerd in februari-maart 2016 is afgezien van een doorstart naar een opgraving. Er heeft echter nog wel een archeologische begeleiding plaatsgevonden tijdens de uitvoering van de infrastructurele werkzaamheden in maart 2017. In totaal zijn tijdens het proefsleuvenonderzoek in afwijking op het PvE 4 proefsleuven en 1 kijkgat gegraven. In totaal is 456 m2 proefsleuf aangelegd. Het archeologisch niveau, de B(t)-horizont, werd in alle gegraven sleuven aangetroffen, behalve in kijkgat 1. Tijdens de begeleiding werd nogmaals een proefsleuf aangelegd met een oppervlakte van 32 m2. Het plangebied is gelegen op het middenterras (Terras van Caberg 3) waarop de vindplaatsen zijn gelegen. Het met löss bedekte middenterras bestaat uit de Caberg en Silleberg die door een dal zijn gescheiden. De opgravingen op de Caberg bij Maastricht zijn de eerste in de Nederlandse opgravingsgeschiedenis waarbij resten uit de periode van de Bandkeramiek als zodanig zijn herkend. Bij het uitgraven van de löss aan de noordkant van Maastricht ten behoeve van de baksteenindustrie kwamen prehistorische en met name Romeinse resten aan het licht. Tijdens de daaropvolgende opgravingen werden tientallen ‘hutkommen’ aangetroffen die dateerden uit de Bandkeramiek en de ijzertijd. De meeste aandacht ging uit naar een grachtenstelsel die vermoedelijk in het Neolithicum dateert. Tijdens het onderzoek naar het grachtenstelsel werd een landweg aangetroffen waarvan werd vermoed dat deze in de Romeinse tijd dateerde aangezien deze zich kenmerkte door een grindlaag. De weg lijkt de Postbaan te volgen. De huidige Posthoornstraat ligt pal naast de Postbaan. Het proefsleuvenonderzoek was met name gericht op het aantreffen van het grachtenstelsel en de veronderstelde Romeinse weg. Uit de profielopnamen komt in eerste instantie een dubbel beeld naar voren. Op het eerste gezicht lijkt er veel verstoring van het bodemprofiel te hebben plaatsgevonden als gevolg van recente ophogingen en erosieve processen waardoor colluvium is afgezet. Het colluvium varieert in dikte tussen de 20 en 80 cm hetgeen een anwijzingis dat er redelijk veel materiaal is verplaatst en erosie heeft plaatsgevonden. Anderzijds is in alle sleuven, zelfs in sleuf 1, een Bt-horizont aangetroffen. Dit vormt de sterkste indicatie dat, het archeologisch relevante niveau grotendeels intact is gebleven. Interessant is dat een grindlichaam in het colluvium is aangetroffen. Het grindpakket, dat in het midden een dikte heeft van ruim 40 cm , neemt naar de zijkant in dikte af. De breedte van het pakket bedraagt 9,2 m. Het grindpakket bevindt zich min of meer onder het huidige wegdek van de Postbaan maar is beduidend breder. et pakket bestaat uit slecht gesorteerd grof grind afkomstig uit Maasterras afzettingen. Op dezelfde hoogte als de onderkant van het grindlichaam werd ten oosten een diffuse laag aangetroffen waar ijzerinspoeling heeft plaatsgevonden. Deze laag strekt zich in oostelijke richting uit en kon over een lengte van 4 m worden vervolgd. Hoewel een middeleeuwse datering niet is uit te sluiten lijkt het meest voor de hand liggend om de het grindpakket op basis van de lensvormige dwarsdoorsnede, ligging in het colluvium, dikte van het pakket en overeenkomst met andere verschijningsvormen van Romeinse weg in de regio als Romeinse weg te classificeren. In dit geval zou het dus om een weg verhard met grind gaan (viae glarea stratae). Er zijn geen sporen aangetroffen die in verband staan met het grachtenstelsel. Deze is dus niet binnen het plangebied gelegen.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-xp7-tckd
PID https://nbn-resolving.org/urn:nbn:nl:ui:13-tp-w2aq
Metadata Access https://easy.dans.knaw.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=oai:easy.dans.knaw.nl:easy-dataset:111649
Provenance
Creator van Wijk, I.M.; I.M. van Wijk
Publisher Archol
Contributor Archol
Publication Year 2018
Rights info:eu-repo/semantics/openAccess; License: http://creativecommons.org/licenses/by-sa/4.0; http://creativecommons.org/licenses/by-sa/4.0
OpenAccess true
Representation
Language Dutch; Flemish
Resource Type Dataset
Format jpeg afbeelding; Comma Separated Values File; Adobe PDF; GIS bestand; GIS (geo)grafische gegevens; GIS attribuut gegevens; GIS koppelgegevens
Discipline Ancient Cultures; Archaeology; Humanities
Spatial Coverage (5.314 LON, 52.038 LAT); Limburg; Maastricht; Maastricht; Brusselseweg; 69B (kaartblad)