In opdracht van Being Development heeft Raap in april en mei 2021 een bureauonderzoek en
verkennend booronderzoek uitgevoerd voor het VDMA-terrein in de gemeente Eindhoven. Hieruit blijkt
dat het plangebied net buiten de historische kern van Eindhoven ligt, in het lager gelegen beekdal van
de Dommel. Op basis van deze landschappelijke ligging, de bekende archeologische gegevens en de
historische context is voor het plangebied de volgende archeologische verwachting gespecificeerd:
binnen het plangebied kunnen resten aanwezig zijn van jachtactiviteiten en van rituele deposities uit de
tijd van jager/verzamelaars. Bij vindplaatsen van de vroegste landbouwers moet gedacht worden aan
rituele deposities en resten van extensief landgebruik. Uit de late middeleeuwen en de nieuwe tijd
worden resten verwacht van landinrichting, oorlogsgeweld en ambachtelijke- en industriële processen.
Uit het booronderzoek blijkt dat deze vindplaatsen kunnen voorkomen onder een jong ophoogpakket
vanaf 75 cm –Mv. Grondsporen zullen wellicht pas onderscheidbaar zijn in de top van de C-horizont op
een diepte tussen 150 en 185 cm –Mv. Om eventuele vindplaatsen op te sporen en te karteren is
gravend onderzoek noodzakelijk. Vanwege de aanwezige verharding, de hoge grondwaterstand en
plaatselijke bodemverontreinigingen lijkt een waarderend proefsleuvenonderzoek voorafgaan aan de
ontwikkeling niet de meest geschikte onderzoeksmethode. Voorgesteld wordt om eventuele
vindplaatsen op te sporen en te documenteren door het uitvoeren van een bouwbegeleiding.
Leeswijzer
Het projectgebied VMA Eindhoven wordt in onderhavig onderzoek plangebied genoemd. In bijlage 1
zijn de dateringen van de in dit rapport genoemde archeologische perioden opgenomen.