Van 29 mei t/m 5 juni 2007 heeft BAAC bv in opdracht van de Gemeente Ermelo een archeologisch proefsleuvenonderzoek verricht. In totaal zijn van 5 locaties ten noordwesten van Ermelo van de uitgezette bouwputten onderzocht. Begonnen is met locatie 10 ten zuiden van de Horloseweg en ten oosten van de Ribbenboschweg. Vervolgens zijn de sleuven op locatie 5 en 6 (ten noorden van de Horsterengweg) en locatie 7 (ten zuiden van de Horsterengweg) direct naast/tegenover camping de Horsterhoeve aangelegd. Tenslotte heeft het onderzoek op locatie 1 aan Groot Horloo plaatsgevonden. De bouwputten maken onderdeel uit van een groter ontwikkelingsplan waarbij in het gebied, grofweg omsloten door de Horsterzoomweg, de Horsterengweg en de Horloseweg, een landgoed-achtige omgeving wordt aangelegd met daarin passende woningen. Het onderzoeksterrein is gelegen ten noordoosten van het gehucht Horst, gemeente Ermelo op iets meer dan 1100 meter van het Wolderwijd (onderdeel van de randmeren rond Flevoland en de vroegere Zuiderzee). Het plangebied heeft op de Indicatieve Kaart voor Archeologische Waarden (IKAW) een hoge en middelhoge archeologische trefkans. Direct ten oosten van het plangebied liggen twee AMK-terreinen. In het plangebied is eind jaren '70 een deel van een middeleeuwse nederzetting opgegraven. Op basis van deze gegevens heeft gemeente Ermelo besloten over te gaan tot een archeologisch vooronderzoek. In eerste instantie is er door Bilan in augustus 2004 een bureau- en booronderzoek uitgevoerd. Gedurende dit onderzoek zijn 234 boringen verricht. Hoewel deze boringen geen aanwijzingen voor de aanwezigheid van archeologische vindplaatsen hebben opgeleverd, is door het gemeente Ermelo (Bevoegd Gezag) toch besloten tot nader onderzoek van de bouwlocaties. In dit rapport worden de resultaten gepresenteerd van de derde fase van het onderzoek; locatie 1, 5, 6, 7 en 10. Opdrachtgever voor het onderzoek is Gemeente Ermelo met als contactpersoon dhr. P. van der Kemp. Bevoegd Gezag bij dit onderzoek is Gemeente Ermelo. Het veldwerk is uitgevoerd door J. de Winter, A. ter Wal, M.C. Brouwer en R. Bakx. De graafmachine werd geleverd door de firma Timmer en werd wisselend bestuurd door Wouter Dasselaar, Remco Drost, Gerard Franke en Gerrit-Jan Zwarts.
