Vlakbij station Barendrecht worden in de toekomst een nieuwe verkeersleidingpost (VL) en IncidentenBestrijdingsPost (ICB) gerealiseerd. De bouw ervan vormt een bedreiging voor mogelijk aanwezige archeologische waarden. De diepte van de ingrepen ten behoeve van de bouw is op dit moment niet bekend, maar zal meer dan 1 meter zijn. Wel is bekend dat er met heipalen zal worden gewerkt.
Uit bestudering van de landschapsontwikkeling volgt dat op meerdere niveaus archeologische resten aanwezig kunnen zijn. De oudste resten, uit het Mesolithicum, kunnen worden aangetroffen op de rivierduinen, op een verwachte diepte van tussen de 13 en 15 meter onder maaiveld. Uit het Neolithicum en de Bronstijd kunnen resten worden aangetroffen op de stroomgordelafzettingen van het Laagpakket van Gorkum, waarvan de top binnen 5 meter onder maaiveld wordt verwacht. Resten uit de IJzertijd, Romeinse tijd en late Middeleeuwen worden verwacht in en op de top van het Hollandveen, die al op een meter onder maaiveld aanwezig kan zijn. De top van het veen is waarschijnlijk niet meer intact, zo blijkt uit onderzoeken in de omgeving.
Wanneer wordt uitgegaan van de minimale dieptematen van omliggende boringen (bron: DINO loket) kan de top van het Laagpakket van Wormer zich in het plangebied dus vanaf 2,75 m -mv manifesteren; de top van het Hollandveen vanaf 1,00 m -mv.
Op historische kaarten is tot 1939 in het plangebied geen bebouwing weergegeven. Vanaf 1950 neemt de bebouwing in en om het plangebied steeds meer toe, totdat rond 2014 de bedrijfsgebouwen aan de Weststraat worden gesloopt en het plangebied braak komt te liggen. De verstoring in de bodem die de veilinggebouwen hebben veroorzaakt is niet exact bekend. Uitgegaan wordt van een betonnen fundering tot circa 1 meter diep, ondersteund door houten heipalen. Vrijwel het gehele plangebied is op enig moment bebouwd geweest.
Aan de hand van de gegevens uit het bureauonderzoek wordt verder archeologisch onderzoek geadviseerd in de vorm van een verkennend booronderzoek (IVO-O) om inzicht te krijgen in de diepteligging van de verschillende afzettingen en in de intactheid van (de top van) deze lagen. Doel daarbij het uitsluiten van kansarme zones en het selecteren van kansrijke zones voor de volgende vormen van onderzoek.
