Aanleiding tot het verrichten van een archeologisch inventariserend onderzoek is de beoogde vestiging van een agrarisch bedrijf in het gehucht Nieuw-Annerveen. Conform het Verdrag van Malta dient voorafgaand aan de potentiele vernietiging van het aanwezige bodemarchief de archeologische waarde van het plangebied vastgesteld te worden.In opdracht van de gemeente Aa en Hunze heeft Archaeological Research & Consultancy (ARC bv) het archeologisch onderzoek uitgevoerd. Het IVO bestond uit een bureauonderzoek, verricht door mw. drs. S.A. Mulder en een karterend booronderzoek, verricht op 23 november 2005 door dr. H. Buitenhuis en mw. drs. S.A. Mulder.Conclusie en aanbeveling:Het veldonderzoek heeft tot doel om door middel van grondboringen het verwachtingsmodel te verifi¨eren en aan te vullen met veldgegevens. Gezien het bureauonderzoek kan worden verwacht dat zich op de top van de zandrug archeologie van waarde zou kunnen bevinden. Het booronderzoek en de gegevens van de grondgebruiker geven echter aan dat deze zandrug in het terrein is afgetopt en ge¨egaliseerd, waardoor de kans nog archeologische resten van waarde op dit terreindeel te vinden zeer gering is. Het overige deel van het gebied bestaat uit de flanken van de dekzandrug en dieper delen, met min of meer intacte bodems. Het valt zeker niet uit te sluiten dat er op de flanken archeologische resten uit het Paleolithicum en/of Mesolithicum worden aangetroffen. Er wordt daarom aanbevolen om deze flanken verder te onderzoeken door middel van megaboringen in een verdicht grid met het nemen van grondmonsters om eventueel aanwezige resten zoals vuursteen op te sporen. De uiteindelijk beslissing omtrent verder onderzoek ligt bij het bevoegd gezag.
Date: 23-11-2005 (aanvang onderzoek)
Date: 2005