Bergeijk Woonbos

Voor u ligt het bureauonderzoek naar de archeologische waarden van het plangebied Woonbos Bergeijk. Het bedrijf Croonen adviseurs is in opdracht van de gemeente Bergeijk op dit moment een bestemmingsplan aan het vormgeven voor het plangebied. De gemeente Bergeijk heeft het AAC/Projectenbureau van de Universiteit van Amsterdam (UvA) de opdracht gegeven tot het uitvoeren van dit bureauonderzoek om de bekende en verwachte archeologische waarden in het plangebied Woonbos te Bergeijk in kaart te brengen.

Neolithicum De bekende grafheuvels in Bergeijk kunnen dateren vanaf het Neolithicum. Niet alle grafheuvels zijn goed onderzocht, waardoor geen zekerheid bestaat over de ouderdom. In het noorden van het onderzoeksgebied, bij de Paal, is een vuurstenen bijl gevonden. In het bebouwde gebied van Bergeijk, ten zuiden van de kerk zijn meerdere vondsten uit het Neolithicum gemeld. Echter veel van deze vondsten zijn niet met zekerheid in het Neolithicum te dateren en kunnen ook in de Bronstijd thuis horen. Gezien het aantal losse vondsten en grafheuvels is het evenwel zeer goed mogelijk dat binnen het bestemmingsplangebied sporen en/of vondsten uit het Neolithicum aangetroffen zullen worden. Het kan zowel om grafcomplexen gaan, als om restanten van bewoning en/of gebruik van het gebied.

Bronstijd De kans op het aantreffen van sporen/vondsten van zowel bewoning als begravingen is hoog. Er zijn op verschillende plaatsen grafheuvels aangetroffen, die waarschijnlijk in de Midden-Bronstijd zijn opgeworpen. Vele grafmonumenten en grafvelden kunnen evenwel ook in de IJzertijd dateren. In het gebied rond de Bremdreef zijn naast twee grafheuvels sporen van een urnenveld met kringgreppels aangetroffen. Ook in de omgeving van de andere grafheuvels worden sporen van het urnenveld verwacht. Deze zijn echter nog niet aangetroffen. Vermoedelijk zijn deze urnenvelden tot in de IJzertijd in gebruik geweest. Het is mogelijk dat er in het plangebied restanten van grafheuvels liggen die nog niet bekend zijn. Vooral in het gebied waar een esdek is ontstaan en akkerbouw heeft plaatsgevonden is de kans groot dat de tumuli verdwenen zijn door egalisatie. Bij onderzoek op de Sengerswei (ten zuiden van het bestemmingsplangebied) is een greppel uit de Bronstijd opgegraven. In combinatie met de vondstmeldingen direct ten zuiden van het opgravingsterrein worden daar nederzettingssporen uit de Bronstijd verwacht.

IJzertijd en Romeinse tijd De kans op het aantreffen van sporen en/of vondsten van zowel bewoning als begraving uit de IJzertijd is hoog. Sporen en/of vondsten uit de Romeinse tijd zijn beduidend minder aangetroffen in de omgeving van het plangebied (slechts vier meldingen). Een aantal onderzochte terreinen en/of geselecteerde terreinen van hoge archeologische waarden bevatten echter bewoningssporen die zowel in de IJzertijd als Romeinse tijd dateren. Zo zijn op de Riethovense Akkers, grenzend aan het noordoosten van het plangebied, sporen van bewoning uit de IJzertijd en/of Romeinse tijd gevonden. Deze Akkers vormen een terrein van hoge archeologische waarde. In het uiterste noorden van het onderzoeksgebied is een tweede nederzetting uit de IJzertijd/Romeinse tijd onderzocht. Ook vondstmeldingen in deze omgeving wijzen op activiteiten in de IJzertijd en Romeinse tijd. Een derde bewoningslocatie is onderzocht tijdens het onderzoek Waterlaat 5. Er zijn meerdere vondstmeldingen bekend allen in of in de directe omgeving van de reeds bekende nederzettingscomplexen. Een laat-Romeinse nederzetting is onderzocht bij de Bucht. In het plangebied kunnen aldus nederzettingssporen worden aangetroffen, zeker in de zone die grenst aan de Riethovense Akkers (met nummer 15290). Het is echter ook mogelijk dat op een andere plaats binnen het plangebied nog sporen van bewoning vindbaar zijn. Ook is er een reële kans op de aanwezigheid van grafvelden. De urnenvelden rondom de grafheuvel-concentraties vanaf de Bronstijd kunnen doorlopen tot in de IJzertijd (zie ook hierboven bij Bronstijd).

Middeleeuwen en Nieuwe tijd De kans op het aantreffen van diverse sporen en/of vondsten uit de Middeleeuwen is hoog. Vooral het westelijke terreindeel, ter plaatse van Hooge Berkt, is interessant, vanwege de aanwezigheid van de hoeve. Wellicht kan hier een bewoningsontwikkeling vanaf de 13e eeuw tot in de Nieuwe tijd (en heden) in kaart gebracht worden. Gezien de aanwezigheid van het Merovingische rijengrafveld en de trend in het verplaatsen van de middeleeuwse bewoning worden sporen van vroeg-middeleeuwse bewoning, die tot op heden niet zijn aangetroffen, verwacht ten noorden van Bergeijk, en dus mogelijk binnen de grenzen van het bestemmingsplangebied.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-zmz-v27f
PID https://nbn-resolving.org/urn:nbn:nl:ui:13-fpz-0ac
Metadata Access https://easy.dans.knaw.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=oai:easy.dans.knaw.nl:easy-dataset:45273
Provenance
Creator AAC Projectenbureau; Hissel, M.; Buikema, T.
Publisher AAC Projectenbureau
Contributor AAC Projectenbureau
Publication Year 2010
Rights info:eu-repo/semantics/openAccess; License: http://creativecommons.org/licenses/by/4.0; http://creativecommons.org/licenses/by/4.0
OpenAccess true
Representation
Language Dutch; Flemish
Resource Type Text
Format application/pdf
Discipline Ancient Cultures; Archaeology; Humanities
Spatial Coverage (5.350 LON, 51.327 LAT); 57B (kaartblad); Bergeijk Woonbos; Bergeijk; Noord-Brabant