Mevrouw is als rooms-katholiek kind in 1944 aan het begin van de hongerwinter in een voornamelijk protestants transport terechtgekomen. In Zwolle werden de katholieke kinderen gescheiden van de protestantse en moest zij, als katholiek kind, mee met een wandeltransport, waardoor ze naar eigen zeggen 'zoek' raakte. Ze kwam terecht op een boerderijtje in Enter bij Goor (Twente) en wel bij een katholiek gezin met vijf of zes kinderen. Eind juni werd ze opgespoord en kon ze via Zwolle en Amsterdam naar Schiedam terugkeren. Ze beschrijft de periode in en vlak na de oorlog als een periode van grote armoe.
Respondentnummer 58. Document GV_Schiedam_gastgezin1_09_analyse interview bevat een analyse van het interview.