Op basis van het bureauonderzoek werd rekening gehouden met de aanwezigheid van archeologische resten vanaf het laat-paleolithicum tot en met de nieuwe tijd, afhankelijk van de aanwezigheid van dekzandkopjes, hogere keileemgronden, een beekdal en bodemverstoringen. Tevens werd rekening gehouden met de aanwezigheid van een dijk/kade langs het Linthorts Lomankanaal.Het veldonderzoek heeft de aanwezigheid van een 0,3 tot 1,6 m dikke ophogingslaag (de kade langs het genoemde kanaal) bevestigd. Er werden echter geen archeologische resten aangetroffen. Wel is op een drietal locaties sprake van een deels intact dekzandkopje of hogere keileemgrond afgedekt met dekzand. Hier werd een 0,1 tot 0,2 m dikke B-horizont aangetroffen. Geconcludeerd is dan ook dat hier mogelijk nog (deels intacte) diepere sporen aanwezig kunnen zijn. Daarnaast is ter plaatse van 17 boringen een veenlaag aangetroffen, die gerelateerd kan worden aan het beekdal van De Leek of Sint Niklaasbeek. Hier kunnen nog 'natte-context' vondsten aanwezig zijn, zoals resten die te relateren zijn aan de jacht, visserij etc. De werkzaamheden vonden echter niet in de buurt van de archeologisch relevante plekken plaats. Daarom werd aanbevolen om het plangebied vrij te geven voor wat betreft archeologie.
Antea Group Archeologie 2016/36