Getuigen Verhalen, Reis van de Razzia, interview met Jan van Diejen

DOI

JAN VAN DIEJEN.De heer Van Diejen woonde tijdens de oorlog in de Cronjéstraat in de Afrikaanderwijk in Rotterdam bij een zus van zijn aanstaande. Zijn kamer in zijn ouderlijk huis had hij afgestaan aan een Joodse onderduiker. Hij voer voor de Steenkolen-Handelsvereeniging (SHV) op een sleepboot in de Waalhaven. Na het bombardement op Rotterdam werden ze gecharterd door de Nederlandse politie en het Nederlandse leger.Toen de razzia uitbrak, had de heer Van Diejen een Ausweis. Hij wilde naar de sleepboot gaan zoals gewoonlijk, maar kwam niet verder dan het Afrikaanderplein, waar hij met zo’n honderd man moest verzamelen. Van daaruit gingen ze naar het Feijenoordstadion, waar hij tot een uur of vijf ‘s middags op het veld stond. Daarna liepen ze naar de Nassaukade. ’s Nachts voeren ze in het ruim van een vrachtscheepje naar Amsterdam, waar ze in een loods van een havenbedrijf werden ondergebracht en te eten kregen. De volgende nacht voeren ze in het ruim van een vissersboot naar Zwolle, het IJsselmeer over. Vanaf Zwolle liepen ze naar de kazerne van Wezep. In de kamers waar ze sliepen, stonden kachels. Overdag haalden ze briketten uit de kelders om de kachels mee te stoken. Toen ze na ongeveer 10 dagen hoorden dat ze per trein naar Duitsland zouden worden vervoerd, heeft hij samen met een collega van de SHV afgesproken om de briketten in de kelder op te stapelen en zich daar achter te verschuilen. Duitse soldaten schenen nog met zaklantaarns in de kelders, maar zagen hen niet. Toen alles rustig en donker was, zijn ze eruit geklommen en onder het prikkeldraad doorgekropen.Tijdens de vijfdaagse voettocht terug naar huis sliepen ze bij boeren. Ze liepen met een boog om grote steden als Amersfoort en Utrecht heen. Ze staken ook een heideterrein over, wat een schietterrein bleek te zijn. In een van de dorpjes tussen Gouda en Rotterdam zijn ze nog even snel naar de kapper gegaan. In Rotterdam wachtten ze in een cafeetje tot het donker was, voordat ze naar hun huizen liepen.Tijdens de Hongerwinter ging de heer Van Diejen op de fiets de Betuwe in. Met een paar zemen lapjes om te verkopen of te ruilen, belde hij rond etenstijd bij de boeren aan. Zo had hij een goede binnenkomer en een excuus om te blijven eten. Hij vertrok op maandag en kwam op vrijdag weer terug met wat eten voor de rest van de familie. Tijdens de voedseldroppings heeft hij een heel pakket voedsel op de kop weten te tikken.Na de oorlog is hij eerst weer op de sleepbootjes van SHV gaan werken, waar hij reservekapitein werd. Op een gegeven moment kon hij voor de Handels Compagnie kapitein worden op een motorboot. Later werd hij machinist op een duwboot. Dat heeft hij een jaar of tien tot zijn pensioen gedaan. Hij vertelt twee keer hoe hij zijn vrouw ontmoette toen hij bij de SHV werkte.

SAMENVATTING ONDERWERP. Op de avond van 9 november 1944 werd er een cordon rond Rotterdam en Schiedam gelegd door het Duitse leger. Alle belangrijke bruggen en strategische punten waren afgezet, trams reden niet meer en het telefoonverkeer was geblokkeerd. Op de twee daarop volgende dagen werden ruim 52.000 Rotterdammers en Schiedammers tussen de zeventien en veertig jaar oud opgepakt en afgevoerd richting Duitsland om daar dwangarbeid te verrichten in veelal beroerde omstandigheden.De Razzia van Rotterdam is een van de grootste klopjachten die het Duits Nationaalsocialistische regime heeft gehouden. Het verzetsblad Vrij Nederland reageerde dan ook geschokt, het schreef op 14 december 1944: ‘Vijftigduizend Nederlandse mannen laten zich als schapen wegvoeren en evenzoveel vrouwen zien toe hoe hun mannen en zoons weerloos naar Hitlers slachtbank worden geleid’.Het project Reis van de Razzia is gebaseerd op gefilmde getuigenissen van mannen die de razzia en de daaropvolgende reis hebben meegemaakt, om een hiaat in de geschiedschrijving te vullen en om inzicht te geven in de gebeurtenissen aan de hand van het thema "Handelingsruimte van een individu in een samenleving onder druk".

JAN VAN DIEJEN.During the war, Mr. Van Diejen lived in the Cronjéstraat in the Afrikaanderwijk in Rotterdam with a sister of his future husband. He had given up his room in his parental home to a Jewish person in hiding. He sailed for the Steenkolen-Handelsvereeniging (SHV) on a tugboat in the Waalhaven. After the bombing of Rotterdam, they were chartered by the Dutch police and the Dutch army.When the raid broke out, Mr. Van Diejen had an Ausweis. He wanted to go to the tugboat as usual, but he did not get further than the Afrikaanderplein, where he had to assemble with about a hundred men. From there they went to the Feijenoord stadium, where he stood on the field until about five o'clock in the afternoon. Then they walked to the Nassaukade. At night they sailed in the hold of a cargo ship to Amsterdam, where they were housed in a warehouse of a port company and given food. The next night they sailed in the hold of a fishing boat to Zwolle, across the IJsselmeer. From Zwolle they walked to the barracks of Wezep. The rooms where they slept had stoves. During the day they got briquettes from the cellars to fuel the stoves. When they heard after about 10 days that they would be transported to Germany by train, he and a colleague from the SHV agreed to stack the briquettes in the cellar and hide behind them. German soldiers were still shining flashlights into the cellars, but did not see them. When everything was quiet and dark, they climbed out and crawled under the barbed wire.During the five-day walk back home they slept at farmers' houses. They walked around large cities such as Amersfoort and Utrecht. They also crossed a heathland, which turned out to be a shooting range. In one of the villages between Gouda and Rotterdam they quickly went to the hairdresser. In Rotterdam they waited in a café until it was dark, before walking to their homes.During the Hunger Winter, Mr Van Diejen cycled into the Betuwe. With a few chamois cloths to sell or exchange, he rang the farmers' doorbells around dinner time. That way he had a good introduction and an excuse to stay for dinner. He left on Monday and returned on Friday with some food for the rest of the family. During the food drops he managed to get hold of a whole package of food.After the war he first went back to work on the SHV tugs, where he became a reserve captain. At one point he was able to become captain of a motorboat for the Handels Compagnie. Later he became an engineer on a pusher tug. He did that for about ten years until his retirement. He tells twice how he met his wife while working at SHV.

SUMMARY OF THE SUBJECT. On the evening of 9 November 1944, a cordon was placed around Rotterdam and Schiedam by the German army. All important bridges and strategic points were closed off, trams were no longer running and telephone traffic was blocked. On the following two days, more than 52,000 Rotterdammers and Schiedammers between the ages of seventeen and forty were arrested and taken to Germany to perform forced labour there, often in appalling conditions. The Rotterdam Raid was one of the largest manhunts that the German National Socialist regime ever conducted. The resistance newspaper Vrij Nederland reacted with shock, writing on 14 December 1944: ‘Fifty thousand Dutch men let themselves be led away like sheep and just as many women watch as their husbands and sons are led defenceless to Hitler’s slaughterhouse’. The project Journey of the Razzia is based on filmed testimonies of men who experienced the raid and the subsequent journey, to fill a gap in the historiography and to provide insight into the events based on the theme "Maneuverability of an individual in a society under pressure”.ZUSAMMENFASSUNG THEMA. Am Abend des 9. November 1944 errichtete die deutsche Armee eine Sperre um Rotterdam und Schiedam. Alle wichtigen Brücken und strategischen Punkte wurden abgesperrt, Straßenbahnen fuhren nicht mehr und der Telefonverkehr war unterbrochen. An den beiden folgenden Tagen wurden über 52.000 Einwohner Rotterdams und Schiedams im Alter zwischen 17 und 40 Jahren festgenommen und nach Deutschland verschleppt, um dort unter oft entsetzlichen Bedingungen Zwangsarbeit zu verrichten. Die Razzia in Rotterdam war eine der größten Menschenjagden, die das nationalsozialistische Regime in Deutschland jemals durchgeführt hat. Die Widerstandszeitung Vrij Nederland reagierte schockiert und schrieb am 14. Dezember 1944: „Fünfzigtausend Niederländer ließen sich wie Schafe abführen und ebenso viele Frauen mussten zusehen, wie ihre Männer und Söhne wehrlos zu Hitlers Schlachthaus geführt wurden.“. Das Projekt „Journey of the Razzia“ basiert auf gefilmten Zeugenaussagen von Männern, die die Razzia und die anschließende Reise miterlebt haben, um eine Lücke in der Geschichtsschreibung zu schließen und unter dem Thema „Der Handlungsspielraum eines Individuums in einer Gesellschaft unter Druck“ Einblicke in die Ereignisse zu geben.

JAN VAN DIEJEN.Während des Krieges lebte Herr Van Diejen mit einer Schwester seines zukünftigen Mannes in der Cronjéstraat im Afrikaanderwijk in Rotterdam. Er hatte sein Zimmer im Elternhaus einem untergetauchten Juden überlassen. Er fuhr für die Steenkolen-Handelsvereeniging (SHV) auf einem Schlepper im Waalhaven. Nach der Bombardierung Rotterdams wurden sie von der niederländischen Polizei und der niederländischen Armee gechartert.Als der Angriff ausbrach, besaß Herr Van Diejen einen Ausweis. Er wollte wie üblich zum Schlepper, kam aber nicht über den Afrikaanderplein hinaus, wo er sich mit etwa hundert Männern versammeln musste. Von dort ging es zum Feyenoord-Stadion, wo er bis etwa fünf Uhr nachmittags auf dem Spielfeld war. Dann gingen sie zur Nassaukade. Nachts fuhren sie im Laderaum eines Frachtschiffs nach Amsterdam, wo sie in einem Lagerhaus einer Hafengesellschaft untergebracht und mit Nahrungsmitteln versorgt wurden. In der folgenden Nacht segelten sie im Laderaum eines Fischerboots über das IJsselmeer nach Zwolle. Von Zwolle gingen sie zu Fuß zur Wezep-Kaserne. In den Zimmern, in denen sie schliefen, gab es Öfen. Tagsüber sammelten sie Briketts aus den Kellern, um damit die Öfen zu befeuern. Als sie nach etwa 10 Tagen erfuhren, dass sie mit der Bahn nach Deutschland abtransportiert würden, vereinbarten er und ein Kollege vom SHV, die Briketts im Keller zu stapeln und sich dahinter zu verstecken. Deutsche Soldaten leuchteten noch immer mit Taschenlampen in die Keller, doch sie sahen sie nicht. Als alles ruhig und dunkel war, kletterten sie heraus und krochen unter dem Stacheldraht hindurch.Während des fünftägigen Fußmarsches nach Hause schliefen sie bei Bauern. Sie mieden große Städte wie Amersfoort und Utrecht. Sie durchquerten auch ein Heidegebiet, das sich als Schießplatz herausstellte. In einem der Dörfer zwischen Gouda und Rotterdam gingen sie schnell zum Friseur. In Rotterdam warteten sie in einem Café, bis es dunkel wurde, bevor sie zu Fuß nach Hause gingen.Während des Hungerwinters radelte Herr Van Diejen in die Betuwe. Da er ein paar Fensterleder zum Verkauf oder Tausch anbieten wollte, klingelte er um die Essenszeit an der Tür der Bauern. Er hatte also eine gute Einführung und einen Vorwand, zum Abendessen zu bleiben. Er reiste am Montag ab und kam am Freitag mit etwas Essen für den Rest der Familie zurück. Bei den Lebensmittelabwürfen gelang es ihm, ein ganzes Paket mit Lebensmitteln zu ergattern.Nach dem Krieg arbeitete er zunächst wieder auf den Schleppern der SHV und wurde dort Reservekapitän. Irgendwann gelang es ihm, Kapitän auf einem Motorboot der Handelsgesellschaft zu werden. Später wurde er Ingenieur auf einem Schubschlepper. Dies tat er etwa zehn Jahre lang bis zu seiner Pensionierung. Er erzählt zweimal, wie er seine Frau bei seiner Arbeit beim SHV kennengelernt hat.

ZUSAMMENFASSUNG THEMA. Am Abend des 9. November 1944 errichtete die deutsche Armee eine Sperre um Rotterdam und Schiedam. Alle wichtigen Brücken und strategischen Punkte wurden abgesperrt, Straßenbahnen fuhren nicht mehr und der Telefonverkehr war unterbrochen. An den beiden folgenden Tagen wurden über 52.000 Einwohner Rotterdams und Schiedams im Alter zwischen 17 und 40 Jahren festgenommen und nach Deutschland verschleppt, um dort unter oft entsetzlichen Bedingungen Zwangsarbeit zu verrichten. Die Razzia in Rotterdam war eine der größten Menschenjagden, die das nationalsozialistische Regime in Deutschland jemals durchgeführt hat. Die Widerstandszeitung Vrij Nederland reagierte schockiert und schrieb am 14. Dezember 1944: „Fünfzigtausend Niederländer ließen sich wie Schafe abführen und ebenso viele Frauen mussten zusehen, wie ihre Männer und Söhne wehrlos zu Hitlers Schlachthaus geführt wurden.“. Das Projekt „Journey of the Razzia“ basiert auf gefilmten Zeugenaussagen von Männern, die die Razzia und die anschließende Reise miterlebt haben, um eine Lücke in der Geschichtsschreibung zu schließen und unter dem Thema „Der Handlungsspielraum eines Individuums in einer Gesellschaft unter Druck“ Einblicke in die Ereignisse zu geben.

Op de avond van 9 november 1944 werd er een cordon rond Rotterdam en Schiedam gelegd door het Duitse leger. Alle belangrijke bruggen en strategische punten waren afgezet, trams reden niet meer en het telefoonverkeer was geblokkeerd. Op de twee daaropvolgende dagen werden ruim 52.000 Rotterdammers en Schiedammers tussen de zeventien en veertig jaar oud opgepakt en afgevoerd richting Duitsland om daar dwangarbeid te verrichten in veelal beroerde omstandigheden. De Razzia van Rotterdam is een van de grootste klopjachten die het Duits nationaalsocialistische regime heeft gehouden. Het verzetsblad Vrij Nederland reageerde dan ook geschokt, het schreef op 14 december 1944: ‘Vijftigduizend Nederlandse mannen laten zich als schapen wegvoeren en evenzoveel vrouwen zien toe hoe hun mannen en zoons weerloos naar Hitlers slachtbank worden geleid’.Het project Reis van de Razzia is gebaseerd op gefilmde getuigenissen van mannen die de razzia en de daaropvolgende reis hebben meegemaakt, om een hiaat in de geschiedschrijving te vullen en om inzicht te geven in de gebeurtenissen aan de hand van het thema "Handelingsruimte van een individu in een samenleving onder druk".De getuigenissen in Reis van de Razzia zijn gedaan door mannen die nu gemiddeld 87 jaar oud zijn en indertijd, eind 1944, tussen de 17 en 21 jaar oud waren. In de getuigenissen van deze jongens valt te horen wat hun overkomen is tijdens de oorlogsjaren en wat hun handelingsruimte was ten tijde van de razzia. Maar ook hoe de ervaring van de reis van de razzia, naar Duitsland en Oost-Nederland, hun verzelfstandiging in de hand heeft gewerkt.Na de bevrijding pakten de jongens de draad weer op, in een groot aantal gevallen nog onderbroken door de politionele acties in Indonesië. Maar uiteindelijk kregen ze een eigen leven, een eigen gezin, in een Nederland dat volop in het teken stond van de wederopbouw.Het project bestaat uit 76 interviews. Ieder interview is beschikbaar als afzonderlijke dataset met een eigen Persistent Identifier. Iedere dataset is als volgt opgebouwd: Bestand .docx-bestand is de transcriptie in Word. Bestand _3, indien aanwezig, bevat een beschrijving van de route die geïnterviewde heeft afgelegd.* Soms heeft de geïnterviewde aanvullende informatie, zoals foto's of een (eerder geschreven) verslag, beschikbaar gesteld. Deze informatie is dan opgenomen als _data en/of _fotobestand in de desbetreffende dataset. De inhoud wordt beschreven in het opmerkingenveld van de dataset.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-zm4-e8sc
Metadata Access https://ssh.datastations.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=doi:10.17026/dans-zm4-e8sc
Provenance
Creator E. J. de Jager
Publisher DANS Data Station Social Sciences and Humanities
Contributor NIOD; E. J. de Jager MA; Erik JK. de Jager MA; T. Broere (Transcriber for Stichting Reis van de Razzia); S. Coppens (Researcher for Stichting Reis van de Razzia); A. Oosthoek (Historical Advisor for Stichting Reis van de Razzia); E. Hafkamp (Production Consultant for Erik J de Jager Documentary Films)
Publication Year 2014
Funding Reference Funding Agency: Dr. Hendrik Muller's Vaderlandsch Fonds ; Funding Agency: Van Ommeren-de Voogt Stichting ; Funding Agency: Stichting Swart van Essen ; Funding Agency: van Capellen Stichting ; Funding Agency: Stichting de Groot Fonds ; Funding Agency: Stichting Fonds Schiedam Vlaardingen e.o. ; Funding Agency: vFonds ; Funding Agency: Nationale Postcode Loterij ; Funding Agency: Prins Bernard Cultuurfonds Zuid-Holland ; Funding Agency: Deltaport Donatiefonds ; See Contributors
Rights CC-BY-NC-SA-4.0; info:eu-repo/semantics/openAccess; http://creativecommons.org/licenses/by-nc-sa/4.0
OpenAccess true
Contact NIOD (NIOD Institute for War, Holocaust and Genocide Studies); E. J. de Jager MA (Erik J. de Jager Documentary Films & Projects)
Representation
Resource Type video 2K, PDF; Dataset
Format application/zip; application/pdf; text/vtt; application/vnd.openxmlformats-officedocument.wordprocessingml.document; video/mp4
Size 40965; 116978; 51405; 51647; 46397; 113135936; 47568; 320430
Version 3.1
Discipline Agriculture, Forestry, Horticulture, Aquaculture; Agriculture, Forestry, Horticulture, Aquaculture and Veterinary Medicine; History; Humanities; Life Sciences; Social Sciences; Social and Behavioural Sciences; Soil Sciences
Spatial Coverage Rotterdam e.o.